Freejazz

door Hans Zirkzee

Hans Zirkzee

Over freejazz op het North Sea Jazz van toen

Het was in de periode dat we onszelf jazzanarchisten noemden en freejazz speelden. We wisten toen nog niet dat freejazz helemaal niet bestaat, maar we maakten wel de harde Rotterdamse variant. Het ‘bourgeoise’ North Sea Jazz Festival in Den Haag was al jaren aan de gang en had, volgens ons, te kampen met een ondervertegenwoordiging van de zogenaamde creatieve – lees Amsterdamse – muziek. Er was wel geld om een stuk of twintig Amerikaanse highschool-bigbands over te vliegen.

Daartegen moest geprotesteerd worden. Met twee Volkswagenbusjes, vers gedrukte pamfletten en een stoot Rotterdamse muzikanten, waaronder Cor Witjes en de permanent gedrogeerde kliek uit de Sunship Jazzbunker vertrokken wij naar het Congresgebouw. Omdat vrijwel iedereen een bekkenstandaard, of zoiets, in z’n handen had, lukte het onopgemerkt via de artiesteningang het North Sea Jazz Festival te infiltreren. Met de geluidstechnici maakten we een deal: na afloop van het concert van de Fausto Papetti Allstars zouden we het podium opgaan, het ter plekke te componeren stuk Dirty Money ten gehore brengen en de pamfletten met daarop onze grieven aan het publiek uitdelen. Het hoofddoel van de aktie was: de vlugschriften in de perskamer zien te krijgen.

Eenmaal binnen peerde iedereen naar z’n favoriete band en was de aktie ‘out-of-control’. De gozer, die de pamfletten in de gaten moest houden, lette niet op en binnen no-time verscheen Paul Acket himself met vijf beveiligingsgorilla’s, die vakkundig het filmpje uit de camera van onze fotograaf trokken. Acket was genereus, vond hij. Op het buitenpodium voor de ingang mochten we herrie maken en zouden we onze pamfletten terugkrijgen. Maar daar hadden we geen zak aan, de pamfletten moesten naar de perskamer. Ik probeerde tijd te winnen en maakte Acket wijs dat het nog wel even zou duren voordat we alle actievoerders hadden opgetrommeld.

Ik moest een artiestenkaart zien te versieren om weer binnen te komen. Baritonsaxofonist Ad P. was behulpzaam, maar collega blazer Luc H. had diens kaart en Luc liep ook ergens in het gebouw. Het was hulpeloos toezien. Na een tijdje kwam een maatje van Acket vertellen dat het nu wel lang genoeg had geduurd. Alle actievoerders waren er uitgestuurd en de gorilla’s kwamen nu dreigend op me af. In een ooghoek zag ik mijn saxkoffer en dacht: ‘als de gorilla’s me aanraken, dan maak ik me toch een partij gigantische freejazz zodat heel het Northsea festival erop afkomt.’ Ik had nog nooit zo snel de sax om m’n nek gehangen. De gorilla’s deinsden terug. Voor het eerst besefte ik: de saxofoon is een wapen!

Op mijn gemak wachtte ik op de artiestenkaart. Buiten kregen we de pamfletten retour. De balende musici – we waren het North Sea Festival uitgezet – stonden wat te pielen. De pamfletten belandden uiteindelijk in de perskamer, maar veel succes had de aktie niet. Er verscheen welgeteld één artikel in notabene de AVRO gids en het North Sea Festival is nu commerciëler dan ooit. Dit jaar is het Willem Breuker Kollektief de afsluitende topact en als Paul Acket dat toen had geweten, zou hij alsnog betalen voor ons uitzonderlijke optreden en de doordachte aktie, maar hij draait zich nog alleen af en toe om in z’n graf.

Hans Zirkzee
foto Eddy Westveer

Hans Zirkzee
‘mister’ jazz in Rotterdam,
muziekdocent,
saxofonist,
concertorganisator,
schrijver, jazz-historicus,
auteur van Jazz in Rotterdam
(de geschiedenis van een grotestadscultuur),
winnaar Dutilh-Prijs 2016