Avonturen in Colombia

Avonturen in Colombia 1999
Avonturen in Colombia

1999 – Colombia

Het is 1999. Ik logeer bij Edy in een buitenwijk van Bogota, Colombia.
Overal in zijn huis zijn er tralies voor de ramen en in de straat loopt een bewaker met een shotgun. Ingehuurd door de bewoners in de straat want het is niet veilig in Colombia op het moment. Linkse en rechtse guerrilla’s, het Medellin en Cali kartel met daarboven op nog eens het regeringsleger maken in zekere zin wisselend de dienst uit.

Edy is een beroemde pianist uit de latin scene met een imposante carrière. Hij is vanuit New York teruggekeerd naar Colombia en is getrouwd met een veel jongere dame uit de omgeving van Pasto waar hij oorspronkelijk vandaan komt. Met een Big Band heb ik een tijdje geleden een cd opgenomen met arrangementen van hem. Sindsdien heb ik veel contact met Edy en ben al een paar keer naar Colombia gegaan om wat concerten met hem te doen. Hij heeft nu een nieuwe band. Deze week staat er een opname voor een cd gepland met deze band en ik ben ingehuurd als solist.
We moeten de muziek doornemen en zijn vrouw is aan het koken. Kip in de cola gebakken.
Ik kan er niet veel bij voorstellen maar het zal wel goed komen.

Rare combinaties zijn vaak verrassend lekker. De muziek doornemen gaat snel en we laten het voor wat het is. Dat zal ook wel goed komen.

“ Het was wel moeilijk om hier weer een beetje te settelen als musicus.

Het is ook weer wennen in Colombia. New York is toch anders.

Nu is het alleen te moeilijk om in New York je geld te verdienen met latinmuziek.

Veel moeilijker dan toen ik daar begon.

Dat waren de golden years maar nu is het lastig.

Mijn vrouw kon ik daar niet naar toe halen dus de enige optie was om in Colombia een nieuw bestaan op te bouwen. 

Ik ben Colombiaan maar er is toch veel veranderd.

Je bouwt ook niet zo snel een nieuw netwerk op.

Naast dat ik me weer in de scene moest werken, moest ik de juiste musici vinden.

Voordat je de musici vindt waar je mee wil spelen, en die zich ook nog een beetje conformeren aan je, ben je wel even bezig.

 Eerst heb ik een soloplaat gemaakt met Colombiaanse folkloremuziek.

Ik had nog geen goede band bij elkaar.

Maar goed, nu heb ik die band wel. Ik ben benieuwd wat je van die band vindt.”

“Dat zal toch wel goed zijn.

Zullen we een beetje gaan stappen vanavond.”

“Waarom niet.

Ik zit teveel aan huis gekluisterd.”

“Kan je misschien wat coke regelen.

Dat moet niet al te moeilijk zijn hier lijkt me, we zitten tenslotte bij de bron.

Ik heb wel zin om door het lint te gaan.”

“Ja, dat kan ik wel regelen.

We kunnen het alleen niet te bont maken want we moeten wel morgen een concert geven.”

Ik ben lichtelijk in mijn hoofd de weg aan het kwijt raken. Uren dwars door het nachtleven van Bogota en nu op weg naar huis. We staan ergens stil op straat. Voor een stoplicht. Dat is vreemd.
Je staat midden in de nacht niet zo gauw stil in Bogota. Zelfs niet voor een stoplicht. Ook niet als die op rood staat. Dat is vragen om ellende.
Ik zie iemand naar de bestuurderskant van de auto lopen en Edy doet het raampje open.
Waarom in godsnaam vraag ik me af maar ik ben te traag met mijn commentaar.
Er volgt een kort gesprekje wat ik niet kan volgen en voordat ik het weet loopt het uit de hand. Gegraai van handen, armen die door het raam komen, geschreeuw en getrek aan een jas die op de schoot van Edy ligt. We houden allebei vast aan de jas en Edy laat het gas op komen. Groen of rood licht, het maakt niet uit. We maken dat we weg komen. Het gevecht om de jas hebben we verloren.

Ik sta de volgende dag met een punthoofd bij de soundcheck. Ik moet heel nodig naar de toilet. Waar kan ik in godsnaam een toilet vinden. Het podium staat midden op een plein in een nogal obscure buurt. Wat is dit eigenlijk voor een concert, vraag ik me af. Het blijkt een festival voor een of andere feestdag te zijn met allerlei activiteiten verspreid door de hele stad.

“ Weet jij waar ik een toilet kan vinden?”

“Niet hier bij het podium.“

“Ja, dat had ik al begrepen.”

“Je moet in een van de cafés zijn hier tegenover het plein.

Kijk een beetje uit want je weet nooit waar je in terecht komt.”

Het café ziet er luguber uit. Donker, vies en vol met schimmige figuren en dito maar wel opgedirkte dames. Ik sta met vier gasten al enige tijd bij het toilet te wachten opdat diegene die erop zit klaar is met waar hij mee bezig is.
De soundcheck gaat gewoon door natuurlijk en ik begin me op te vreten. Ik bonk een paar keer op de deur en roep wat. De deur vliegt open en een filmisch figuur met een grote hangsnor gooit de deur open. Hij scheldt wat in het Spaans en de stemming is gelijk te snijden.

“Wie deed dat?”

“Wat?”

“Op de deur bonken….

…daar hou ik niet van”

Verkeerde deur en een verkeerd persoon. Geen goede combinatie. Hij is echt kwaad en is op zoek naar ruzie dat is wel duidelijk. Hij kijkt iedereen een voor een aan. Niemand zegt wat. Ze kijken wel uit. Zijn blik valt op mij. Net iets te lang naar mijn zin.

“ Was jij dat?”

Ik zeg niks en schud met mijn hoofd. Nee ik was het zeker niet en wijs met mijn vinger naar iemand   naast mij in de beklaagdenbank.

“Ik denk dat hij het was!”

Iemand begint te grinniken en het werkt aanstekelijk op rest. Een paar seconden later ligt iedereen in een deuk. Ik bied mijn excuses aan en vertel hem dat ik zo moet spelen maar dat ik onwijs naar de plee moest. Hij vindt het allemaal begrijpelijk en ik kom met de schrik vrij.

De volgende dag staan we uit te laden voor de studio. Het is de eerste opnamedag.
Ik heb mijn sax in een gigback op mijn rug. Je kan niet voorzichtig genoeg zijn. Edy tilt de elektrische piano uit de auto en zet hem even tegen de muur. Als hij zich omdraait om de rest uit de auto uit te laden schieten er twee mannen voorbij. In no time pakken ze de piano op en rennen er mee weg. Dit ging echt snel en ik ben totaal perplex. Edy rent er achteraan maar tevergeefs. We zullen een andere piano moeten regelen.

Dit is een voorpublicatie van het boek Dansen en de Blues.
Legacy of the Blues

Ben van den Dungen
musicus, componist, cultureel ondernemer,
docent saxofoon Codarts