Het volk moet worden voorgelicht
OVER JAZZ IN ROTTERDAM TIJDENS DE TWEEDE WERELDOORLOG

door Hans Zirkzee
Auteur van het boek Jazz in Rotterdam, Hans Zirkzee interviewde en schreef over talloze jazzmuzikanten die een band met Rotterdam hebben of hadden.
Nu een reeks verhalen waarop we tachtig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog op terug kijken. De voornaamste rode draad in de serie is de grote hoeveelheid aan jazz in Rotterdam tijdens de periode van de Duitse bezetting.
5 MEI 2025 - 80 JAAR VRIJHEID
"het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten (DVK) had tot taak het Nederlandse publiek rijp te maken voor het nationaalsocialistische gedachtegoed."
“Toovenaars van melodie en rhythme” DEEL 4
Jazz in Rotterdam tijdens de Tweede Wereldoorlog
Dat er geen jazzmuziek was tijdens WOII is nog steeds een hardnekkige en weerbarstige misvatting. Het aantal jazzconcerten stond gedurende de bezetting namelijk op een historisch hoogtepunt! Tijdens de eerste jaren van de oorlog was er sprake van een economische hoogconjunctuur. Het publiek had poen en niemand wist of dat na de oorlog nog wat waard zou zijn. Alles was op de bon, dus het geld werd besteed aan uitgaan. In een reeks artikelen over jazz in Rotterdam tijdens de bezetting duikt Jazzradar in dit verleden.
Het volk moet worden voorgelicht
Op 27 november 1940 werd naar Duits voorbeeld het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten (DVK) opgericht. Het DVK had tot taak het Nederlandse publiek rijp te maken voor het nationaalsocialistische gedachtegoed. Daarnaast was het DVK één van de drie instellingen, die zich, naast de op 25 november 1941 opgerichte Nederlandsche Kultuurkamer (NKK) en het Rijkscommissariaat, met cultuurpolitiek bezig hielden. Het departement werd geleid door de NSB’er dr. Tobie Goedewaagen. Markant genoeg, kwam onder zijn leiding het huidige Nederlandse stelsel van kunstsubsidies tot stand. Tijdens zijn bewind vervijftienvoudigde de kunstbegroting! Vanzelfsprekend werd alleen het cultuurgoed ondersteund dat de nationaalsocialisten welgevallig was.

Tobíe Goedewaagen (collectie NA)
KULTUURKAMER
De op 22 januari 1942 officieel geïnstalleerde Nederlandsche Kultuurkamer (NKK) bestond uit zes afzonderlijke ‘gilden’: Muziek, Theaterwezen, Beeldende Kunsten, Literatuur, Film- en Perswezen. Iedere kunstenaar was verplicht zich bij de vakorganisatie aan te melden om in aanmerking te komen voor een werkvergunning. Joodse kunstenaars, – musici en – dansleraren mochten geen lid worden van de NKK. Vele musici meldden zich niet individueel aan, zij werden als vakbondslid automatisch, collectief ingeschreven. De leiding van de vakgroep amusementsmusici van het muziekgilde was in handen van de componist Jonny Heykens. De jazzcriticus Willem van Steensel van der Aa kreeg een aanstelling bij de NKK om de propaganda en de publiciteit te verzorgen. Hij werd de redactiesecretaris van de periodiek ‘De wereld der Muziek’. Als dagelijks bestuurder van de vakgroep amusementsmusici viel de keuze op de musicus Dirk Beuzenberg. Hij was een voorstander van de harde lijn.

Piet Geurdes (collectie Piet Geurdes)
Slagwerker Piet Geurdes (Jazzradar, 13 augustus 2021):
‘Ik heb die Beuzenberg nog meegemaakt. Hij was de baas van de Kultuurkamer, die ging steeds controleren wat er gespeeld werd. Dan kwam ie binnen, gingen we alles verkeerd spelen, want we wilden niet naar Duitsland. Fouten maken, door blijven slaan als je moet stoppen. Maar hij heeft me wel met rust gelaten.’
In samenwerking met het ministerie van Sociale Zaken beval het DVK per 1 november 1941 de invoering van de verplichte vrije dag (maandag) voor alle musici, een oude wens van de bonden, maar door de onmiddellijke invoering lastig voor musici en zaaleigenaren. In de loop van 1942 verbood het DVK ‘volksvreemde en smaakbedervende’ muziek en teksten. De nazi’s hadden alle niet-Arische muziek tot ‘Entartete Musik’ (gedegenereerde muziek) bestempeld. Jazz- en amusementsmuziek moesten worden gekuist van negroïde- en Engelstalige elementen. De concertprogramma’s en teksten dienden door de DVK te worden goedgekeurd.

Entartete Musik
‘HOLLANDSCHE TITELS’
Na de actieve deelname van de Verenigde Staten aan de Tweede Wereldoorlog waren Engelse en Anglo-Amerikaanse songs niet langer toegestaan. Vanaf 21 januari 1942 mochten geen Engelse of Amerikaanse liedteksten op de radio worden uitgezonden. Engelse of Amerikaanse orkesten werden nog wel gedraaid, maar hun namen mochten niet worden genoemd of afgedrukt in de programmabladen. In april 1942 kondigde de Kultuurkamer de eerste verordening af waarin het gebruik van buitenlandse namen (behalve Duitse en Franse) geheel verboden werd. De jazzmusici anticipeerden op dit verbod door de titels van de bestaande jazzstandards en nieuwe nummers te vernederlandsen om zodoende ongestraft Engelse en Amerikaanse muziek te kunnen blijven spelen:
Basin Street Blues (Ebrilogue)
Blowin Bubbles (Zeepbellen)
Chinatown (De wilde Chinees)
Don’t sit under the apple tree (Surrogaat Tabak)
Exactly like you (Net als jij)
Farewell Blues (Au Revoir)
Flat Foot Floogy (Fiets fiets foetsie)
Full House (Een huis vol menschen)
Honeysuckle Rose (Kamperfoelie Roos of O, wat ben ik wispelturig)
Idaho (Vous avez un beau chapeau madame)
I Never Dream (Alles Wird Gut)
In a Lazy Mood (In een landerige stemming)
Indiana (Oorlogspad)
I won’t sit under the Apple Tree (Groninger Kronen)
Japanese Sandman (De Japansche Zandman)
Jazz me Blues (Mijn Blauwe Jas)
Jig Walk (De Horlepijp)
Johnson Rag (Windkracht 9)
Lady be Good (Kareltje in de bocht, Meisje wees lief of Liebling sei Süsz)
Lamentation (Jammerklacht)
Lazy Afternoon (Luie Middag)
Louisiana (Louise)
Mood Indigo (Indonesische Stemming)
Undecided (Besluiteloos)
Rumor in A-flat (Rumor in meinem Haus)
Runnin’ Wild (In volle vaart)
Snake Charmer (Fakir conferentie)
Somebody Stole my Girl (Iemand heeft mijn meisje gestolen)
South Rampart Street (De ramp in de Zoutmanstraat)
Spangled Nerves (Verrückten Nerven)
Steeple Chase (Hindernisrennen)
Tigerrag (Katzenjammer)
Traffic Jam (Veilig Verkeer)
Yearning (Waarom loop je mij zo straal voorbij?)
Yes my Darling Daughter (Papa, mag ik dansen leren)
You make me crazy (Du machst mich verrückt)
Logischerwijs veranderden de orkestleiders ook hun Engelse bandnamen:

Ramblers Toovenaars van melodie en rhythme
Anny the Same and her Commanders (Annie van ’t Zelfde en haar Solisten)
De Bamboezelaars (Jan Mol en zijn Electro Kwartet)
The Blue Stars (De Blauwe Sterren of Pi Scheffer en zijn Dansorkest)
The Bouncers (De Toonmeesters)
The Charleston Chasers (De Charlatan Jagers)
The Grasshoppers (De Sprinkhanen)
The Hot Mixers (Nic van Oostrum’s Dansorkest)
De Micro Rhythme Club (Louis van der Steen en zijn solisten)
The Moochers (De Moetsjers)
The Ramblers (Theo Uden Masman en zijn Toovenaars van Melodie en Rhythme)
The Rhythm Aces (De Rhythmeezen)
The Rhythm Sellers (Ton Reerink en zijn Dansorkest)
Joost van Os and his Rhythm (Joost van Os en zijn dansorkest)
The Sound Diggers (De Klankdelvers)
The Swing Papa’s (De Slingervaders, de Zwaaivaders of het Residentie Dansorkest)
The Wanderers Hotclub (De Wandelaarsclub)

Joost van Os en zijn Dansorkest
BOB, TON EN FLIP
Een in dit verband opmerkelijk ensemble was het Rotterdamse orkest De Bobtonflippers. Hoewel hun naam zeer Anglo-Amerikaans aandeed, wisten de leden van de band de Kultuurkamer er van te overtuigen dat hun band genoemd was naar de oprichters: Bob, Ton en Flip. Ook de Millers mochten hun naam behouden, omdat dit tevens Duits was en hun zangeres Sanny Day heette echt zó.

Bobtonflippers Rivièrahal 1946
THE NOVELTY GEORGIANS
Toch waren er orkesten die het lef hadden om onder hun Engelse naam te blijven spelen tot het echt niet anders meer kon. De Rotterdamse zanger en tenorsaxofonist Jan Makor (Jazzradar, 28 maart 2023) trad tot maart 1942 op met zijn orkest The Novelty Georgians. Een half jaar later veranderde hij de naam in ‘Jan Makor en zijn Vox Humana Dansorkest’. Hij vond echter dat de instrumentenfabriek Vox Humana van de Bergweg (de voorloper van muziekwinkel Saris) zijn reputatie misbruikte, dus het werd al snel ‘Jan Makor en zijn Solisten’.

Jan Makor Odeon maart 1942
BRONNEN
Jazz in Rotterdam, de geschiedenis van een grotestadscultuur (2015)
overige bronnen vermeld in tekst

Hans Zirkzee
Hans Zirkzee
‘mister’ jazz in Rotterdam,
muziekdocent,
saxofonist,
concertorganisator,
schrijver, jazz-historicus,
auteur van Jazz in Rotterdam
(de geschiedenis van een grotestadscultuur),
winnaar Dutilh-Prijs 2016
OVER R†JAM
Stichting Rotterdam Jazz Artists Memorial