Toshinori Kondo : “The only form is that there is no form”
Op een grijze oktobermiddag zitten we aan tafel. Een lunch met John Zorn is vaak bijzonder. Bij zijn favoriete stek, Russ & Daughters is het druk en luidruchtig. Zorn praat zoals altijd luidkeels. Is joviaal, extravert en direct. We praten tussen de eindeloze porties hummous en lachses, over een special bezetting voor een serie concerten. Veel concepten en namen komen voorbij, maar ik voel dat het lastig is Zorn met mijn ideeen te prikkelen.
Totdat ik de naam van Toshinori Kondo laat vallen. Het wordt opens stil aan tafel en Zorn kijkt mij indringend aan achter zijn dikke bril. Het is alsof het hele restaurant zich omdraait en mij aanstaart. En dan verbreekt hij de stilte: “My God Mike… Kondo is maybe one of the most free-spirited minds I know. We must have him.”
Het gesprek is eindelijk intrigrerend. Het is een verrassende wending, maar ook een logische. Zowel Zorn als nederig ikke hebben met Kondo gespeeld. En beiden delen we die muzikale ervaring. Hoe een avant-gardist pur sang vrijheid beleeft, de contrast met zijn vrije geest en de Japanse cultuur en de verhalen van Zorn met Kondo, verhalen die Zorn via via had gehoord van Herbie Hancock, Peter Brötzmann en Bill Laswell. Jazz-muzikanten leven van verhalen. Kan ook niet anders. Jazz muziek zit vol levensverhalen, laten we eerlijk zijn.
Ik herinner mij dat ik bij Toshinori Kondo op bezoek ging in Amsterdam bij zijn woning aan de Rozengracht. Hij nodigde mij en een vriend van mij Martin Meijburg uit voor een echt vrije improvisatie sessie. Kondo en ik speelden al een tijdje samen in mijn band The Mirror Conspiracy en hadden na twee studio sessies en een concert in Middelburg besloten de muzikale grenzen eens verder te onderzoeken. Ik weet nog goed dat zijn huisgenoot de beneden deur voor ons opendeed en wij in zijn lofthuis/etage woning binnenstruikelden met al onze gear, dat vrijwel ontploft was met muziekinstrumenten, planten (rookbare en niet rookbare), papiertjes met japanse tekens gemixt met muzieknoten en kleding, opvallend veel kleding. Het was 4 uur in de middag en Kondo-san was net wakker. Hij probeerde zijn bioritme om te gooien en te onderzoeken wat dat zou doen met zijn spel. Zijn spel was niet het oefenen van toonladdertjes, maar wat er sonically mogelijk was op het grensvlak tussen electronica, een electronisch geplugde trompet, een enorme analoge geluids-set up en ja, dat omgooien van zijn ritme.
Hij was in voorbereiding op een aantal nieuwe sessies “Blow The Earth in Japan” waar hij met zijn analoge electronische set up boven op een Japanse berg gaat improviseren als de zon opkomt en neergaat. Een pure en intense spirituele ervaring. De sessie in Amsterdam verloopt chaotisch. We nemen ruim 2 uur aan materiaal op. Van takken herrie naar prachtige ambient soundscapes, naar sort van balled-achtige structuren, naar abrupte en intense geluidsgolven waarover Martin a la Mike Patton een vraag antwoord speelde met de uit de duisternis schreeuwende hoge trompet spel van Kondo. Kippenvel, verwarrend, rustgevend, onstuimig, alles tegelijk. Na iedere improvisatie van 10-15 minuten, stopten we, liepen we terug naar zijn eettafel midden in de kamer en luisterden we terug.
Kondo in diepe trans. Hoofd omlaag, ogen dicht, en af en toe dachten Martin en ik dat hij sliep en dat we hem betrapten op een licht snurkje…, niets bleek minder waar. Opeens sprong hij op, snelde zich naar de tape recorder en noteerde met een afgestomd potloodje de tijden van wat hij net hoorde in een klein zwart boekje. Hij luisterde dus weldegelijk. In iedere vezel van zijn zijn, leek hij het anders te willen doen, zette hij je op het verkeerde been, en bleef hij zoeken naar “vrij”. Dag naar nacht en andersom.
“The only form is that there is no form”, riep hij tijdens de eerste studio opname met mijn band The Mirror Conspiracy, in 2009 als ik mij niet vergis. Het bleek een enorme leerschool te zijn voor ons groentjes. Kondo liet zich niet paaien de 1 of de melodie te vinden en braaf te spelen. Nee, hij deed exact het tegenovergestelde. En dat wilde ik graag. Haal ons maar buiten de box. Maar dat bleek nog veel uitdagender dan ik in eerste instantie had voorzien. Kondo ging soms zo erbuiten dat wij moeilijk binnen konden blijven. We moesten wel mee, maar we bewaakten met zijn allen tegelijk een soort van form. Het tekende ons en het stond symbool voor hoe wij probeerden vast te houden aan iets wat veilig was, terwijl de dynamiek juist eiste dat we dat moesten loslaten en mee moesten zoeken. Dat juist dat de muzikale vorm was. Dat leek ingewikkeld, maar toen ik vorige week de opnames terug luisterde viel me een bepaalde simple waarheid op. Misschien was zijn spel, zijn artistieke visie, allemaal gewoon net zo simpel als hoe Kondo zlef ook was. Een simpel levend person, wars van alle dogma’s die we in het dagelijks leven mee te maken hebben, met een diepe spirituele drang. Ik vergeet nooit meer, dat hij na de soundcheck even wilde slapen en gewoon twee houten stoeltjes tegen elkaar aan schoof, en een “Kondootje” ging doen. Onverstoorbaar tussen ons geroezemoes. En precies dat, precies die simple intentie in het leven tekende hem en maakt zijn muziek juist complex. En zo verliet hij zijn beloved earth op 17 oktober j.l. ook. En wat blijft naast zijn muziek en zijn enorme legacy? De verhalen. De verhalen van één van die legendarische avant-gardisten die zo in het rijtje van de grote vrijdenkers als Albert Ayler, Jacques Derrida, Ornette Coleman zal worden opgenomen.
Toshinori Kondo overleed op 17 oktober, 2020, op 71 jarige leeftijd, thuis in Japan.
Be with the stars, Kondo-san!
Mike Bindraban
Fotografie: Eddy Westveer
ZIE OOK