Jasper Blom over jazzgevoel, nerdiness, mooie meisjes, de generatiekloof…..

Jasper Blom

Op 4 december 2019 ontving saxofonist en componist Jasper Blom de Boy Edgar Prijs 2019, de belangrijkste prijs van Nederland op het gebied van jazz en geïmproviseerde muziek. De prijs werd uitgereikt tijdens een door Blom zelf samengestelde concertavond in het Bimhuis. Vanaf april 2020 zou de Boy Edgar Prijs Tournee van Jasper Blom langs een reeks Nederlandse concertpodia plaatsvinden. Als gevolg van COVID-19 werden er van de 22 geplande concerten een stuk of 16 afgelast. De rest van de concerten werd met minder publiek en beperkende maatregelen en deels andere bezetting gegeven. Zijn welverdiende prijs gaf hem niet aandacht die hem toekwam.

JAZZRADAR sprak met hem aan het einde van zijn tournee.

MUZIEK EN JAZZ
Zes jaar lang speelde ik al blokfluit en ik kwam in de puberteit. Mijn vermoeden was dat meisjes meer onder de indruk zouden komen van een klarinet dan van een blokfluit. Bovendien zou de switch misschien wel eens het jazzgevoel ten goede kunnen komen. Dus ging ik na school met Earth Wind and Fire meespelen op klarinet.
En later Michael Brecker en Coltrane op een bandrecorder op halve snelheid uitzoeken en meespelen. Helaas was nerdiness nog niet echt hot in die dagen, dus bleven de meisjes weg, maar ik werd wel snel beter. Het concert van Sonny Rollins in de Oosterpoort in 1979 was de grote eye opener. Zoveel creativiteit, ik wist niet eens dat het mocht…
Na een avond stappen met saxofonist en JazzRadar prominent Ben van den Dungen overtuigde hij me van de switch naar saxofoon.
‘Wat zit je nou Coltrane na te spelen op die klarinet van je, je gaat toch ook niet een klarinet concert van Mozart op tenorsax spelen, nou dan”
Daarna lessen van Ferdinand Povel, behalve jazzharmonie ook de ‘feeling of jazz’ leren, van Herb Geller die met 61 jaar jeugdiger was, dan de meeste van mijn leeftijdgenoten, Dave Liebman die elk facet van muziek maken diep had doordacht, New York, Joe Lovano en zo kan ik nog wel doorgaan.
Uiteindelijk kreeg ik een prachtige vrouw waarmee ik nog steeds mijn leven deel.

BOY EDGAR PRIJS
Ik was negentien toen ik voor het eerst een vijftiger tegenkwam tegen wie ik niet, zoals bij de vrienden van mijn ouders, ‘U’ hoefde te zeggen.
Het was Cees Slinger en we waren op weg naar een gig met John Engels, we praatten alsof we in de kroeg stonden, het waren een soort gabbers, maar dan dertig jaar ouder dan ik en zij klonken die middag beiden alsof ze jonge honden waren. Het was voor het eerst dat ik besefte dat muziek generatie-overschrijdend is.

Bij de Boy Edgar Prijs uitreiking heb ik dat als thema gekozen en gespeeld met mensen die 20 jaar ouder en 30 jaar jonger waren dan ik, het was een feest. Ik zie mezelf als iemand die deel uitmaakt van een ‘jazz community’ en ik probeer niet alleen door mijn spel maar ook door het stimuleren van de jonge generatie inhoud te geven aan mijn muzikantschap.
Ik heb een fantastische uitreikingsavond gehad, alle muziek kwam er zo uit als ik wilde en iedereen heeft te gek gespeeld. Dat de concert-tour daarna grotendeels in de soep liep is natuurlijk sneu, maar laten we het perspectief niet verliezen: veel mensen hebben op dit moment wel ergere problemen.

CONSERVATORIUM VAN AMSTERDAM EN JONG TALENT
Het Conservatorium van Amsterdam is een fantastische plek om te werken. Het niveau is hoog en stijgt nog steeds elk jaar.  De studenten komen uit alle hoeken van de wereld en ik sta soms versteld wat ze al kunnen op hun leeftijd.
Buiten mijn lestijden organiseer ik jamsessies, concerten en een festival om deze jonge talenten te stimuleren. Ik doe het niet alleen voor hun, ook een beetje voor mezelf. Ze houden me fris en scherp, ik steek er veel van op!

HET NIEUWE PODIUM PLAN VAN BEN VAN DUNGEN EN OSCAR VAN DER PLUIM
Het plan is geïnspireerd op het oude SJIN-subsidie systeem dat een tijd lang heel goed heeft gefunctioneerd. Ik ondersteun het van ganser harte, er moeten meer podia voor live muziek tegen fatsoenlijke gages gecreëerd worden, veel spelen is een must voor elke musicus om je performance op peil te houden en als jonge muzikant moeten er een aantal plekken zijn waar je routine kan ontwikkelen.
Dit plan hoeft helemaal niet veel geld te kosten, zoals zij aantonen, met een relatief gering bedrag kan je een soort vliegwiel-effect realiseren en honderden speelbeurten extra per jaar genereren. Ik hoop dat dit soort initiatieven ervoor kan zorgen dat we als scene sterker uit de Corona komen dan voorheen.
Ook zou er een dergelijk plan moeten komen om jazz weer terug in de theaters te krijgen. Jazz Impuls heeft gedurende 8 jaar 1200 concerten weten te verwezenlijken in theaters maar kon vanwege subsidie op een gegeven moment niet meer verder, doodzonde, wat een verlies van werkgelegenheid.

DE TOEKOMST
Wie zorgen heeft over de toekomst van de Nederlandse jazz, die zou eens moeten komen kijken bij het Junior Jazz College van het Conservatorium van Amsterdam of naar een concert van het NJJO moeten gaan, daar zitten ze, de jongere generatie.
Gelukkig ook steeds meer meiden; jazz is eindelijk zijn achterstand op dat gebied aan het inhalen. Geen spoortje van twijfel op die gezichten, jazz is helemaal tha bomb en dat zal het altijd blijven.
De muziek is eenvoudigweg te mooi, de grote namen te inspirerend, het improviseren te uitnodigend (en te uitdagend), de jazzfeel is te aanstekelijk.
Mijn generatie heeft maximaal kunnen profiteren van wat mensen als Ferdinand Povel, Frans Elsen en anderen op didactisch gebied hebben neergezet en tegelijkertijd van wat mensen als Hans Dulfer, Willem Breuker en anderen hebben voortgebracht aan podium mogelijkheden.
We zijn nu allemaal op een leeftijd dat we iets willen teruggeven, denk ik. Joost Patocka met zijn eigen Trommel festival, Benjamin Herman met zijn projecten met jonge muzikanten en zijn jamsessies op de Kring, Martin Fondse met zijn jonge band, zo kan ik nog wel even doorgaan etc etc.
Ik zelf probeer mijn bescheiden steentje hieraan bij te dragen door de sessie in het BIMhuis, een jaarlijks Rough Diamonds Festival en optredens in kleinere clubs en kroegen met jong talent van het conservatorium.

Jasper Blom

Fotografie: Eddy Westveer
met dank aan Podium ’t Beest in Goes