De musicus als hinderlijk bijproduct
De musicus als hinderlijk bijproduct.
Er is de laatste tijd een compleet nieuwe industrie ontstaan in de muziek met allerlei prachtige banen met grote toekomstmogelijkheden. Banen met een goed verdienmodel en niet misselijke secundaire arbeidsvoorwaarden. Banen waar je verzekerd bent van een ‘long life career’ en een mooie pensioenregeling. Coulantie voor je gebrekkige prestaties als ze al tegen het licht worden gehouden en als je geluk hebt, krijg je nog hier en daar een mooi snoepreisje cadeau. Banen met een hoge inschaling tijdens het instappen en een mooi carrière verloop, ja het kan niet op. Prachtige functieomschrijvingen met namen zoals directeur, bestuurslid, afdelingshoofd, manager, adviseur, commissielid, college voorzitter, ad interim, externe onderzoeker en ga zo maar door.
Instanties bij de overheid, fondsen, conservatoria en muziekscholen, stichtingen met van allerlei doelen en raden van cultuur her en der zijn je werkgever. Het is een werkterrein met veel mogelijkheden en het is schier onuitputtelijk. Eenmaal je voet tussen de deur in zo’n circuit en je toekomst is gegarandeerd. Dan is het alleen nog maar een kwestie van blijven draaien en rouleren. Echt veel verstand van de muziek en het werkveld is niet een vereiste. Er zit wel een nadelige kant aan zo’n pracht functie. Je moet jezelf aan de praat houden, maar dat is ook weer zo opgelost.
Je luistert naar de nieuwe trends die spelen in de bestuurlijke bovenlaag en implanteert ze in je toekomstige beleid en zet een mooie papierwinkel op, waarbij je vooral moet letten op de breedsprakige pathos binnen je opgestelde visie. Hang er een mooie missie aan, verkondig hem met verve en eenmaal op papier gezet en gepresenteerd ben je weer voor een tijdje in de race. Je moet je beleid wel met allerlei externe onderzoeken en adviezen waarborgen, maar dan kan de molen weer draaien met vergaderingen, besprekingen en evaluaties tot de nieuwe trend zich aandient.
Het is ook handig, dat er om de vier jaar weer een frisse nieuwe beleidsnotitie betreffende de cultuur wordt gepresenteerd door de overheid. Dat houdt de boel lekker aan de gang en laten we wel wezen: het is ook wel nodig, want we leven tenslotte in een snel veranderende samenleving, waarbij zelfs de kernvoorwaarden voor het maken van muziek om de haverklap schijnen te veranderen.
Het maakt niet uit of de musicus er wat aan heeft en wat die er van vindt. Daar gaat het niet om. Je kan in zo’n functie niet met alles rekening houden. De musicus met zijn noden is gewoon een hinderlijk bijproduct van zo’n mooie baan in de cultuursector.
Ben van den Dungen