Duifje en Joop Walvis pioniers tegen beter weten in

BIOGRAFIE

Walvis Duifje en Joop

door Hans Zirkzee

Auteur van het boek Jazz in Rotterdam, Hans Zirkzee interviewde en schreef over talloze personen (vooral jazzmuzikanten) die een band met Rotterdam hebben of hadden.
Deze biografie gaat over Duifje en Joop Walvis

FOTO
Zus en broer Duifje en Joop Walvis

Jonas ‘Joop’ Walvis

(Rotterdam, 25 augustus 1905 – Emmeloord, 1 augustus 1996)

Duifje Walvis

(Rotterdam, 12 augustus 1908 – Amsterdam, 12 december 2001)

‘HIJ FORMEERDE, STERK AFWIJKEND VAN HET GEBRUIKELIJKE, EEN ORKEST BESTAANDE UIT TWEE VIOLEN, CELLO, BAS, SLAGWERK, FLUIT EN KLARINET.’

Jonas ‘Joop’ Walvis werd op 25 augustus 1905 in Rotterdam geboren als het oudste kind van pianist Abraham Levie Walvis (Rotterdam, 4 december 1881) en Sientje de Leeuwe (Rotterdam, 24 januari 1884). Duifje kwam ter wereld op 12 augustus 1908. Naast Duifje had Jonas Walvis nog een jongere zus, Paulina (Rotterdam, 26 mei 1924). Hun ouders werden in 1943 vermoord in Auschwitz.

DAMESORKESTEN
Al op haar zevende leerde Duifje vioolspelen. Ze was 17 jaar oud, toen ze voor haar broer Joop inviel in het bioscooporkest van Cinema Royal, een keerpunt in haar leven, want ze besloot toen carrière te gaan maken in de amusementswereld. Ze kreeg werk in de talrijke Rotterdamse bioscopen van Tuschinski. In het begin van de jaren dertig vroeg Dirk Reese, de horecatycoon van Rotterdam, de uitbater van onder andere Dancing Pschorr en Hotel Atlanta aan Duifje een damesorkest op te richten. Dames(jazz)orkesten waren destijds enorm populair. Er moest vooral gedanst worden, dus ook Weense walsen en Tango’s stonden op het repertoire. Met name de muziek van de Amerikaanse orkesten van Ina Ray Hutton, Rita Rio and her mistresses en later The International Sweethaerts of Rhythm stond op een zeer hoog niveau. In het midden van de jaren dertig evolueerden de damesorkesten in de Verenigde Staten tot een bedrijfstak waarin miljoenen dollars omgingen.

Dirk Reese was een horecaman van hier tot ginder. In Rotterdam had hij een heleboel gewone knijpen, trimtenten of hoe ze dat noemden tot een groot hotel dat nog bestaat: Hotel Atlanta. Daar hebben wij met het orkest gewerkt. De Pschorr, Pschorr restaurant en Pschorr Dancing waren van hem (plus Concertgebouw Pschorr aan de Korte Hoogstraat en Pschorr-West aan de Kruiskade, HZ). Hij had een heel goed cabaret, waar eerste klas artiesten optraden. Hij heeft er voor gezorgd dat mijn orkest van de grond kon komen. Dat kon zomaar niet in die tijd. Hij heeft gefinancierd dat tien dames in zijn hotel Atlanta op het balkon konden spelen. Hij heeft toen tegen mij gezegd, behalve dat het goede muzikanten moesten zijn: ‘graag een beetje mooie meiden’. Dat is de enige keer dat ik dat meegemaakt heb, dat een directeur dat tegen mij heeft gezegd. Ik heb er ook geen rekening mee gehouden, hoor. Wist ik veel wat hij mooie meiden vond […]

Hij had zo’n paar wensen die hij graag in vervulling zag gaan.
Dat was dat het er mooi moest uitzien, dat het mooi aangekleed zou worden en dat het natuurlijk eersteklas muzikanten waren…’ én’ zei hij toen, ‘je artiestennaam. Want je kan natuurlijk niet Duifje Walvis heten.’ Ik zei: ‘Ik zou niet weten waarom niet.’Hij zei: ‘Het is gewoon belachelijk. Artiesten – leer dan nou van mij – hebben een artiestennaam. Ik zou het heel leuk vinden als je dat aan mij overlaat. Het moet een beetje muzikaal zijn, en een beetje Italiaans,’zei hij.’ Zo kwam Duifje Walvis aan haar artiestennaam Rita Dalvano, dat dikwijls verbasterd werd tot Del Vanno of Delvano.

Walvis, Duifje (Rita Dalvano) artiestenkaart
Foto: Duifje Walvis’ artiestenkaart met naam fout gespeld

BIOSCOOPORGANIST
Joop
kreeg muziek- en pianoles van zijn vader en Anton Blazer. Hij begon zijn muzikale carrière op 16-jarige leeftijd. Zijn vader was pianist en orkestleider van het Olympiatheater aan de Binnenweg. Duifje volgde vioollessen op de Toonkunst Muziekschool van Wouter Hutschenruyter. Hun eerste optreden als duo was omstreeks 1918 in het Casino Variété van Philip Soesman aan de Coolsingel. Zij toerden ook door Engeland en Frankrijk. Joop solliciteerde op 18-jarige leeftijd bij Abraham Tuschinski, maar zijn salariseisen waren te hoog. Hij werd wel aangenomen door de enorm populaire zanger en dirigent  Marcello Lanfredi, die toen in Concertgebouw Pschorr aan de Korte Hoogstraat optrad. Na het vertrek van orkestleider Louis van Koppelen naar het Grand Théâtre werd Joop organist-pianist-dirigent van de Thalia bioscoop, volgens Alex de Haas destijds de eerste waardige filmtempel in de hele wereld. Joop Walvis mocht proefspelen op het nieuwe bioscooporgel voor Abraham Tuschinski en orkestleider Max Tak. Het viel hen niet op dat Joop voor het eerst een voetklavier zag. Hij werd aangenomen voor 60 gulden per week. Na het overlijden van Van Koppelen in 1936 speelde Walvis zowel in het Grand Théâtre als het nieuwe Passage Theater in Schiedam waar hij op en neer naar toe fietste.

Walvis HR

JAZZMAKER
Volgens jazzconnaisseur Hans Langeweg bleek Joop Walvis, zonder het zich zelf te realiseren, één van de eerste jazzmakers in Rotterdam te zijn. Hij formeerde, sterk afwijkend van het gebruikelijke, een orkest bestaande uit twee violen, cello, bas, slagwerk, fluit en klarinet. Zijn slagwerker blijkt feeling te hebben, de snarenbas versterkt zwaar het ritme.’We maakten naam’, zegt Joop. Geregeld kwamen Rotterdamse musici naar ons luisteren. Joop begeleidde de zanger Leo Fuld en speelde voor de radio in het ensemble van Jan Vogel. Hij formeerde een hobby-orkest, ‘Jo Walvis and his Happiness Syncopators’, met onder meer Louis en Jack de Vries, Jan Scholmeyer, Jac Tammerijn, Henk de Koning en Louis Bannet. Dit orkest brengt Rotterdam een primeur, namelijk de uitvoering van George Gershwin’s Rapsody in Blue. Dit concert had plaats in ’t Nut aan de Oppert. In 1928 speelt Joop Walvis op de Nenijto tentoonstelling met als drummer… Johnny Kraaykamp.

Walvis, Joop 1

RITA DALVANO EN STANLEY JAMES
Rita Dalvano
overleefde de Tweede Wereldoorlog door haar gemengde huwelijk met Metten Teunis Koornstra en door onder te duiken. Joop dook onder in het Passagetheater in Schiedam. Hij studeerde daar piano met afgeplakte snaren om niet op te vallen. In opdracht van Tuschinski werd begin jaren ‘30 van de vorige eeuw in Schiedam in de Passage aan de Koemarkt het Grand Théâtre gebouwd, naar ontwerp van de Schiedamse architect Piet Sanders. In het Schiedamse Grand Théâtre, beter bekend als het Passage Theater werden destijds nog stomme films vertoond. Tijdens de vertoning daarvan speelde Joop Walvis op het voor dit theater gebouwde cinemaorgel. Dit orgel werd in 1933 ontworpen en gebouwd door N.V. Standaart’s Orgelfabrieken in Schiedam. Veel bezoekers van de bioscoop hebben hun ogen uitgekeken, toen ze het imposante orgel zagen in de uiterst luxueuze bioscoopzaal. Na de bevrijding was hij acht maanden werkzaam bij Herrijzend Nederland. Hij verdiende goud geld als accordeonist. Hij verzorgde wekelijkse radio-uitzendingen voor de AVRO-radio en de Wereldomroep vanuit het Passage Theater. Joop vormde met zijn vrouw Rita het duo De Onbekenden. Voor de NCRV werkte hij onder het pseudoniem Stanley James.

Walvis, BBC orgel

DANKERS
Joop Walvis
had een platencontract bij de Rotterdamse firma Dankers. Hij bracht zeven elpees uit en vijf singels/ep’s. Bij die opnamen werd hij begeleid onder meer door Eddie Christiani, Rita May, Leo van Laere en Nico Prins. In mei 1968 ontving hij van de firma Dankers een gouden plaat, omdat er 25.000 exemplaren waren verkocht van zijn platen Wereld Favorieten en Metro Music. Gerard Jansen omschreef in de Volkskrant van 16 september 1995 de muziek van Joop Walvis als volkomen kut. Naar de huidige maatstaven waren de opnamen natuurlijk truttig, maar Joop Walvis toonde wel aan, dat je allerlei muziek heel goed op het orgel kon spelen. In 1954 nam Joop afscheid van het Tuschinskiconcern. Het grootse afscheidsfeest vond uiteraard plaats in het Passage Theater. Hij beëindigde zijn werkzame carrière als pianodocent aan de Centrale Muziekschool van D.J. van de Valk aan de Spoorsingel. Joop overleed in Emmeloord op 1 augustus 1996. Duifje overleed op 12 december 2001 in Amsterdam.

BRONNEN
Doctor Jazz Magazine nrs. 71, 73, 74 (Hans Langeweg)
Genealogisch blog 494
Gezinskaarten Stadarchief Rotterdam
Jazz in Rotterdam, de geschiedenis van een grote stadscultuur (2015) door Hans Zirkzee
Muziek
, 4 november 1945
Rotterdams Nieuwsblad 10 en 13 maart 1984 (Hans Langeweg)
Voor en achter het voetlicht. Musici en arbeidsverhoudingen in het kunst- en amusementsbedrijf 1918-1940. Proefschrift Universiteit van Utrecht (Philomeen Lelieveldt)

 

 

Hans Zirkzee
Hans Zirkzee

Hans Zirkzee
‘mister’ jazz in Rotterdam,
muziekdocent,
saxofonist,
concertorganisator,
schrijver, jazz-historicus,
auteur van Jazz in Rotterdam
(de geschiedenis van een grotestadscultuur),
winnaar Dutilh-Prijs 2016

OVER R†JAM
Stichting Rotterdam Jazz Artists Memorial