Is jazz de soundtrack van de bevrijding?

door Hans Zirkzee

Hans Zirkzee

Is jazz de soundtrack van de bevrijding?

An sich is het lovenswaardig dat de KRO/NRCV tussen alle pulp een muzikale reis door de oorlogsjaren op de televisie bracht. Ellen ten Damme, Ruben Hein, Randell Heye gaven de Soundtrack van de bevrijding een absolute meerwaarde, maar het is onbegrijpelijk dat connaisseur Henk van Gelder niet ingreep toen Leo Blokhuis zijn monumentale onwetendheid weer eens voluit op de buis kon etaleren. De uitzending maakte hij tot een aaneenschakeling van onzin en pure geschiedvervalsing. Blokhuis gaat door het leven als ‘popprofessor’, maar van muziek heeft hij geen verstand en al helemaal niet van muziek tijdens de WOII.

Het klopt dat de jazz met de bevrijders arriveerde. Alleen was dat een oorlog eerder. Het muzikale klimaat vóór de Wereldoorlog was vooral cabaret (…). De vooroorlogse jazz kwam van The Ramblers en The Skymasters (opgericht in 1946…). Het verschil tussen hotjazz en Swing blijft moeilijk (…). Blokhuis gebruikte begrippen als mondjesmaat, marginaal, stiekem en illegaal voor het toenmalige concertaanbod dat nota bene op een kwantitatief hoogtepunt stond! De vakbladen beschreven zelfs een overspannen arbeidsmarkt. Het publiek had geld en wist niet of dat na de oorlog nog wat waard zou zijn. Alles was op de bon, dus men ging massaal uit, ondanks de spertijd en de vervolging van Joden en communisten. Gebouw Odeon in Rotterdam had in het weekend drie concerten per dag, beginnend om tien uur ‘s morgens.

Na de betrokkenheid van de Verenigde Staten bij het wereldconflict werd de Engelse taal verboden, hetgeen door de ambtenaren van de cultuurkamer eenvoudig te controleren viel. In tegenstelling tot het jazzverbod. Dat was oncontroleerbaar, want wie weet wat jazz is? Er werd daarom nog nooit zo veel jazz gespeeld als tijdens de Tweede Wereldoorlog. De mensen wilden dansen. Niets mondjesmaat. Niets marginaal. De Duitsers persten jaarlijks 9 miljoen jazzplaten voor de exportmarkt. Het orkest van Ernst van ’t Hoff nam In the Mood van Glenn Miller op in juni 1942. In hartje Berlijn. De Duitsers gebruikten de jazzmuziek als antipropaganda op de Nederlandse distributieradio. Daardoor groeiden de orkesten van Dick Willebrandts en Theo Uden Masman uit tot de beste jazzbands van Europa. Eddy Christiani had helemaal geen speelverbod. De mateloos populaire gitarist trad meerder keren per dag op in het jazzorkest van Frans Wouters waarmee hij als eerste in Nederland een elektrische gitaarsolo op de plaat zette. In 1941…

Na de bevrijding van Zuid-Nederland kon men volop naar de nieuwste (jazz)muziek luisteren via radio Herrijzend Nederland uit Eindhoven. In de vrije ether. Geen woord over de discriminatie van de Surinamer Frank Koulen in het bevrijde Terneuzen waar hij overigens pas in 1957 zijn lunchroom Porgy and Bess opende. Na Dolle Dinsdag (5 september 1944) was het in Noord-Nederland uit met de pret. Toen vonden de gruwelijkheden plaats waarmee men de Tweede Wereldoorlog nog steeds associeert: de razzia’s, de Hongerwinter, de willekeurige executies en de eliminatie van het verzet. Uitgaan en levende muziek waren toen wel mondjesmaat, marginaal, stiekem en illegaal.

De soundtrack van de bevrijding bestaat niet. Welke track zou dat zijn? The Sound of Silence? Het muzikale landschap was na de bevrijding niet blijvend veranderd. Na een paar dagen feest in de tweede week van mei 1945 moest men weer aan de slag. Aan de (weder)opbouw van ons leeggeroofde land. De beste Nederlandse orkesten gingen met de geallieerden mee naar het buitenland. Het welvaartsniveau was enorm gekelderd. Niemand ging uit. De jeugd moest weer in het gareel. Op de radio viel alleen nog het gesproken woord te horen en ondanks de immense woningnood zat men thuis met de kersverse baby’s. Pas eind jaren ’40 maakt het Nederlandse publiek mondjesmaat kennis met de nieuwste jazzsensatie: Bebop!

Hans Zirkzee door Jerry Lampen
foto Jerry Lampen

Hans Zirkzee
‘mister’ jazz in Rotterdam,
muziekdocent,
saxofonist,
concertorganisator,
schrijver, jazz-historicus,
auteur van Jazz in Rotterdam
(de geschiedenis van een grotestadscultuur),
winnaar Dutilh-Prijs 2016