Jazz ist eine internationale Kultuurpest
Rotterdammers spelen in nazi-Duitsland
DUBBELE BIOGRAFIE
door Hans Zirkzee
Auteur van het boek Jazz in Rotterdam, Hans Zirkzee interviewde en schreef over talloze personen (vooral jazzmuzikanten) die een band met Rotterdam hebben of hadden.
Deze dubbele biografie gaat over Jaap Schallenberg sr. en Charles Gelauff.
FOTO
Kapelle Leen van Leen in Parkcafé Wiesbaden (1943)
Jacob ‘Jaap’ Schallenberg sr.
(Rotterdam, 14 maart 1920 - Brussel, 13 november 1996)
Charles Gelauff
(Amsterdam, 16 maart 1916 - Sliedrecht, 28 maart 2004)
“Iedereen leek in het verzet te hebben gezeten en alle kelders waren gevuld met Joodse onderduikers.” Over collaboratie sprak je niet.
Jazz ist eine internationale Kultuurpest
Rotterdammers spelen in nazi-Duitsland
Klagen over dat vroeger alles beter was, is van alle tijden. Vooral de politieke partijen ter rechter zijde van het politieke spectrum inclusief hun volgers etaleren een misplaatste en sentimentele hang naar het verleden. Begrijpelijkerwijs laat men de Tweede Wereldoorlog buiten beschouwing. Hoe gezellig het ook was tijdens de Hongerwinter. Het bombardement van 14 mei 1940 is een absolute historische scheidslijn. Men sprak niet meer over het fenomenale vooroorlogse Rotterdamse uitgaansleven of hoe erg het allemaal was tijdens de bezetting. Ook na de bevrijding zweeg men. Anderen hadden het misschien wel slechter gehad of waren fout in de oorlog, maar vooral moesten de mouwen worden opgestroopt. Het verklaart wellicht de vele hiaten in en misvattingen over de geschiedenis van de jazz en niet alleen in Nederland (Zie: Jazzradar 21 mei 2021 Is jazz de soundtrack van de bevrijding?). Het duurde tot de publicatie van Het koninkrijk der Nederlanden in de tweede wereldoorlog door Lou de Jong in 1969 eer de tongen een beetje loskwamen. “Iedereen leek in het verzet te hebben gezeten en alle kelders waren gevuld met Joodse onderduikers.” Over collaboratie sprak je niet.
ARBEITSEINSATZ
De Arbeitseinsatz is een ander verhaal. Kort na de capitulatie werd werklozen een bijstandsuitkering onthouden als zij weigerden arbeid in Duitsland te aanvaarden. De Nederlandse arbeidsbureaus werkten actief mee aan deze werving van arbeidskrachten. Menigeen was in het begin van de oorlog overtuigd van de Duitse eindoverwinning en velen kozen ervoor vrijwillig in Duitsland tewerkgesteld te worden. In 1940 en 1941 werkten in totaal 183.000 werklozen en vrijwilligers in Duitsland. Een derde van deze groep keerde na hun verlof niet terug naar Duitsland. De betrokkenheid van de Verenigde Staten bij de Tweede Wereldoorlog, een direct gevolg van de Japanse aanval op Pearl Harbor op 7 december 1941 maakte het de nazi’s duidelijk dat de oorlog op zijn minst langer zou gaan duren. In 1942 kwamen de Duitsers massaal in actie om Nederlandse mannen onder dwang naar Duitsland weg te voeren. In 1942 waren dat er 120.000 en in 1943: 122.000. Vanaf 6 mei 1943 gold de meldingsplicht voor de Arbeitseinsatz voor alle mannen van 18 tot 35 jaar. De angst voor de gedwongen tewerkstelling maakte dat velen onderdoken en binnenshuis bleven. Het was voor de Duitsers kinderspel om bij de uitgang van de theaters de mannen voor de arbeidsinzet op te pakken. De waarschuwingen van de illegale pers hiertegen waren aan dovemansoren gericht. Het publiek bleef uitgaan.
Die Deutsche Arbeitsfront
JAZZ IN BERLIJN
Doordat de meeste Duitse muzikanten onder de wapenen waren geroepen, kampte het Derde Rijk met een tekort aan amusementsorkesten. Veel Nederlandse musici werden voor de keuze gesteld te spelen in Duitsland of te werk worden gesteld in een werkkamp. Dan is de beslissing snel gemaakt: werken als musicus voor de Arbeitseinsatz. Rotterdamse (jazz)musici spraken hier zelden over. Orkestleider Jan Makor (Jazzradar 28 maart 2023) gooide bijna de telefoon op de haak toen ik opmerkte dat hij tijdens de oorlog veel optrad. ‘Ik ga het niet over collaboratie hebben’, fulmineerde hij. Kort beschouwd, de jazz verkeerde tijdens WOII in een paradoxale positie. Er was een verbod op negroïde en negritische muziek en er mocht niet in het Engels en Frans worden gezongen. Er was geen uniform en consequent uitgevoerd dansverbod. Danslessen onder begeleiding van een dansleraar waren wel toegestaan. Tijdens de eerste jaren van de oorlog was er sprake van een economische hoogconjunctuur. Men had geld en men ging massaal uit. Het aantal jazzconcerten was nog nooit zo hoog. De Duitsers stonden ambivalent tegenover jazzmuziek. Nederlandse jazzbands waren altijd al enorm populair. Die swingden meer en beter dan de Duitse orkesten. De Nederlandse impresario Frans Mikkenie kreeg van Duitse zijde de opdracht het orkest Ernst van ’t Hoff te engageren voor optredens in de Berlijnse dancing Delphi Palast. Eind februari 1941 zette dit orkest Glenn Miller’s In the Mood en Pennsylvania 6-5000 op de plaat in hartje Berlijn! Zelfs in mei 1942 maakte Van ’t Hoff in Berlijn nog een plaatopname van de Italiaanse schlager Ciribiribin in een Amerikaanse Swing-versie. Jaarlijks produceerden de Duitsers negen miljoen jazzplaten voor de exportmarkt.
Jack Zwaan
Gitarist Jack Zwaan (Zie: Jazzradar 28 februari 2022) verkondigde onverbloemd dat hij in Berlijn tijdens WOII een geweldige tijd heeft gehad. ‘Ik was mateloos populair bij de dames.’ Dat de meeste Duitse mannen aan het Oostfront vochten, deed daar niets aan af. Andere Rotterdamse musici zwegen schaamtevol over hun Duitse verleden, maar stapsgewijs kwam meer informatie boven water. Orkestleider en gitarist Jaap Schallenberg jr. vertelde over de lotgevallen van zijn vader.
Jaap Schallenberg
Jacob ‘Jaap’ Schallenberg sr. (Rotterdam, 14 maart 1920 – Brussel, 13 november 1996)
Volgde les bij een (klassieke) slagwerkleraar in Alblasserdam. Hij fietste naar het dorp in de Kortlandse polder met zijn drumstel achterop de fiets. Hij speelde vooral in dansorkesten waaronder het orkest van Fred Riks en The Swing Devils. ‘Om de Arbeitseinsatz te ontlopen had violist en orkestleider Leen van Leen geregeld dat het complete orkest in Duitsland kon gaan spelen. Mijn vader heeft het niet lang volgehouden. Hij is met behulp van mijn moeder die in Nijmegen woonde en vlak bij de grens in Duitsland werkte naar Nederland gevlucht en ondergedoken. Na de oorlog is hij gestopt met spelen.’
Kapelle Leen van Leen in Parkcafé Wiesbaden 1 oktober tot 1 december 1943: Arie Verhoef (altsax, viool), Henk Beyen (tenorsax, klarinet), Jaap Schallenberg (drums), ? Leeflang (bas, cello), Koos Schröder (1e tmp), Gerard Stol (2e tmp, bas), Piet van Sliedregt (piano) en Leen van Leen (viool en leider).
STEHGEIGER
Violist en saxofonist Piet de Wit, bekend als Piet Le Blanc, belandde als Stehgeiger (staande violist) in Berlijn. ‘Meer in de schuilkelders, dan op de Bühne,’ herinnerde hij zich. Trompettist Joost van Os (Zie: Jazzradar 15 januari 2023) speelde met het orkest van de Italiaanse tenorsaxofonist Tullio Mobliglia in Stuttgart en Berlijn.
Piet Le Blanc (foto Carel van Hees)
ONTAARD
De trompettist Charles Gelauff (Amsterdam, 16 maart 1916 – Sliedrecht, 28 maart 2004) speelde ook in Stuttgart en in Berlijn en wel met het orkest van de blazer Peter Sijpesteijn. Hij beleefde volgens eigen zeggen hoogtijdagen in het orkest van slagwerker Jan (Jean) Buurman, dat door het publiek in het Wienercafé in Koblenz beschouwd werd als de beste band die daar ooit had gespeeld, maar van de overheid wel een speelverbod kregen opgelegd omdat hun muziek te ‘ontaard’ was.
Charles Gelauff met Ruud Kuyper maart 1966
FRANCIS WOLFF
Charles hoorde zijn eerste jazzband rond 1924 in De Violiers in de Rotterdamse Hoogstraat. Al vanaf zijn twaalfde jaar verzamelde hij met zijn vriend Max Polak jazzplaten. Via Max kwam hij in contact met de verzamelaars in West-Europa. Charles verwierf in de loop der tijd een essentiële verzameling jazzmuziek. Op jonge leeftijd begon hij met trompet en contrabas. Zijn eerste vaste aanstelling was in 1933 bij de Ocean Band met Goof Omen (piano), Piet Westermeijer (sax), Koos Westermeijer (sax, banjo), Ton Westermeijer (accordeon, bas) en drummer Ted de Oude. Eind jaren dertig begon hij Dutch Originals. Na schnabbels met deze band in Duitsland werkte Charles met het orkest van Buurman in de L’Ambassadeur, de Femina in Amsterdam en Parkzicht. Op 10 oktober 1944 werd hij door de nazi’s opgepakt en weggevoerd naar de werkkampen, waarvan uit hij in december 1944 wist te ontsnappen. Lopend bereikte hij het huis van zijn schoonouders bij Almelo. Volgens Hans Sonnenberg vluchtte Charles’ Berlijnse platenvriend Francis Wolff in 1939 via de aan Duitsland grenzende achtertuin van deze woning aan de naziterreur. Met hulp van Sien, de vriendin van Gelauff, gelukte het Wolff via een tocht door Oost-Nederland in Hamburg aan te monsteren op de Europa, de laatste boot met Joodse vluchtelingen uit Duitsland. In New York trok hij in bij zijn jeugdvriend Alfred Lion, die kort daarvoor met de geldschieter Max Margulis Blue Note Records had opgericht. Francis Wolff raakte vooral bekend als de fotograaf van het legendarische platenlabel. Na de oorlog ging Charles aan de slag bij de orkesten van Joe Andy, Eddy Meenk en Kees Noordijk. In 1948 stopte hij als professioneel musicus en werd juwelier. Ondanks zijn liefde voor de oude stijl jazz, wist hij ook het werk van de Amerikaanse blazer Eric Dolphy te waarderen. Tijdens diens Nederlandse tournee verkocht Charles hem de ringen voor zijn huwelijk dat nooit voltrokken werd. Eric Dolphy overleed een aantal weken later op 29 juni 1964 in Berlijn.
Cock Schelvis (slw), Lou Beijnen (cb), Charles Gelauff (tmp), Jan Rath (p) en Maaike Nicola (z) in B14
Multi-instrumentalist Willy Langestraat (Zie: Jazzradar 29 maart 2022) uit Delfshaven toerde met het orkest van John Kristel gedurende de periode 1939 – 1942 in Duitsland.
Orkest John Kristel
V FOR VICTORY
De herkenningsmelodie van het orkest Ernst van ’t Hoff I Never Dream of later Alles wird Gut, gecomponeerd door Van ’t Hoff en zijn arrangeur André Smit, was gebaseerd op de vier noten van het pauze-signaal van de BBC-radio, dat stond voor het morseteken V (van Victory). Een vergelijkbare daad van muzikaal verzet pleegde het huisorkest van de L‘Ambassadeur onder leiding van de eerder genoemde Jean Buurman, dat regelmatig op de door de Duitsers gecontroleerde radio speelde. ‘De begintune was altijd Dear one, the World is waiting for the Sunrise en geen mof of NSB’er die het in de gaten had,’ vertelde Ben Laurens in het Rotterdams Dagblad van 18 januari 2001.
L ‘Ambassadeur
‘Jazz ist keine Musik, sondern eine als Musik getarnte internationale Kultuurpest und eine den niedersten Instinkten der Masse entgegenkommende Respektlosigkeit mit dem Zweck, die Kultuurmusik des Abendlandes und hier im Speziellen des musikreichen Deutschlands zu besudeln und in jeder Form zu zerstören.’ (Zeitschrift Für Musik augustus 1940)
BRONNEN
Jazz in Rotterdam, de geschiedenis van een grote stadscultuur (2015)
Mail Jaap Schallenberg 2 maart 2012 en interview 6 maart 2012
Ongewenschte Muziek Kees Wouters
Hans Zirkzee
Hans Zirkzee
‘mister’ jazz in Rotterdam,
muziekdocent,
saxofonist,
concertorganisator,
schrijver, jazz-historicus,
auteur van Jazz in Rotterdam
(de geschiedenis van een grotestadscultuur),
winnaar Dutilh-Prijs 2016
OVER R†JAM
Stichting Rotterdam Jazz Artists Memorial