Louis de Vries the Dutch Armstrong
Auteur van het boek Jazz in Rotterdam, Hans Zirkzee interviewde en schreef over talloze jazzmuzikanten die een band met Rotterdam hebben of hadden. Musici die veel reizen en mensen ontmoeten hebben vaak mooie en interessante verhalen te vertellen.
Deze biografie werd deels gepubliceerd in Jazz in Rotterdam en werd aangevuld met later beschikbaar gekomen informatie.
Levie ‘Louis’ de Vries
(Vianen, 6 januari 1905 - Zwolle, 5 september 1935)
"Het economische klimaat was inmiddels een stuk aangenamer en Duitsland produceerde destijds - na VS - de meeste jazzplaten ter wereld. Louis de Vries werd in januari 1929 adviseur bij de Deutsche Grammophon Gesellschaft."
Levie ‘Louis’ de Vries (Vianen, 6 januari 1905 – Zwolle, 5 september 1935).
Na zijn verhuizing naar Rotterdam dirigeerde vader Arend de Vries het fanfareorkest Excelsior en de Rotterdamse Brandweer Harmonie. Eerst woonde het gezin De Vries in de Weenastraat, later aan de Kruiskade. Van zijn vader kreeg Louis bugel- en trompetles. Al op tienjarige leeftijd was hij solist bij Excelsior. Op zijn vijftiende werd Louis beroepsmuzikant bij het zojuist geformeerde Tuschinski Theater-orkest onder leiding van Max Tak. In 1922 maakte Louis de Vries vermoedelijk zijn eerste plaatopnamen met dit orkest. Hierna volgde een aanstelling als solo-trompettist bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest, maar de moderne dansmuziek bleef trekken. Hij was de eerste Nederlandse jazzsolist waarvan in de Verenigde Staten een plaat werd uitgebracht. Vrijwel alle groten in de toenmalige showbusiness wisten van zijn bestaan en bij bezoeken van beroemde buitenlandse artiesten was hij vrijwel altijd prominent aanwezig. Sophie Tucker, de Boswell Sisters, Cab Calloway, kortom alle vedetten van die tijd, van Richard Tauber tot Louis Armstrong kenden Louis de Vries.
Louis de Vries met Cab Calloway (9 april 1934)
EXCELLO’S
Bij de opening op vrijdag 26 september 1924 van de cabaretdancing La Gaîté, de chicste nachtclub in Nederland, gelegen op de eerste verdieping van het Grand Theatre, gaf ‘de beste trompettist van Europa’ acte de présence bij de als ‘Americain band’ aangekondigde Excello’s. The Excello’s Five Jazzband was van oorsprong een Belgisch orkest onder leiding van drummer Robert Kierberg met Henri Vandenbossche (trombone, klarinet, alt- en tenorsax), Alphonse van Asbroek (klarinet en saxen) en Rotterdammer Joop de Leur op piano. Met deze ‘originele en onvermoeide jazzband’ maakte Louis in oktober 1925 plaatopnames voor het Duitse label Grammaphone in het Prisma Casino in Berlijn. Volgens jazzkenner Herman Openneer behoren deze tot het beste wat in die dagen in Europa op jazzgebied werd gepresenteerd.
The (Original) Ramblers (1926)
RAMBLERS
Jack en Louis de Vries stonden aan de wieg van The Ramblers, een van de meest populaire en langst spelende Nederlandse jazzbands. De leider van het orkest, Theo Uden Masman, studeerde aan de Gemeentelijke Handelsschool in Rotterdam. Begin 1923 leest hij in dagblad Het Vaderland dat The Original Jazz Syncopators een ‘beschaafde’ pianist zoeken. Na een succesvolle auditie speelt hij in april 1923 met de band in het Rotterdamse Asta Theater. In 1924 stapt hij over naar The Queen’s Melodists. Als medewerker van de platenwinkel American Brunswick House in Den Haag kent hij de nieuwste muziek en door zijn moderne spel valt hij in de smaak bij The Resonance Seven, een band met Jack en Louis de Vries in de gelederen. De Resonance Seven zouden op 1 november 1926 in La Gaîté, de spectaculaire nachtclub in het Grand Theater, debuteren, maar vanwege het succes van Syd Philips and his Melodians wordt het optreden met drie weken uitgesteld. De band die inmiddels is omgedoopt tot The (Original) Ramblers beleeft zijn première in Rotterdam op 21 november 1926. Het botert niet tussen Louis de Vries en de onervaren leider Masman en rond de jaarwisseling verlaten Jack en Louis de band. Het was geen publiek geheim dat ook de karakters van Jack en Louis nog al eens botsten. In het blad De Jazzwereld van juli 1935 stond: 9 juli: Hedenavond 12 uur zullen Jack en Louis de Vries hun laatste ruzie bijleggen. 10 juli: Hedenmiddag 4 uur krijgen Jack en Louis de Vries onenigheid over hetzelfde onderwerp. Van december 1924 tot en met februari 1925 is Louis de Vries weer op het podium van La Gaîté. Ditmaal met het orkest van Edgar Adeler, de uit Zuid-Afrika afkomstige pianist Edgar Ernest Lewis. In het voorjaar van 1926 vertrekt Louis op tournee door Duitsland en Oostenrijk met het orkest van de beroemde Oostenrijkse regisseur en toneelspeler Max Reinhardt. Mei en juni 1926 speelt hij in het Kurhaus in Scheveningen naast het Amerikaanse orkest The Georgians van Frank Guarente. Louis de Vries is hot!
de band van Oscar Logan in Pschorr (april 1924)
CRISIS
Louis toerde geregeld met de grote buitenlandse orkesten als Oscar Logan (1924), Edgar Adler (1925), Max Reinhardt (1926), Frank Guarente (1926) en Kai Ewans (1928) met de veelbelovende Rotterdamse pianist Dick Willebrandts en Louis’ broer Jack op sousafoon. Destijds was aan een werkvergunning van een buitenlands orkest de bepaling toegevoegd dat minimaal een derde van de band uit Nederlandse musici moest bestaan. Duitsland leed onder een ongekende economische crisis en de Duitse bands verdienden goud in Nederland.
Kai Ewans in Pschorr (juli 1928)
NENIJTO
Van 26 mei tot en met 15 september 1928 verzorgden de gebroeders de Vries met The Midnight Rounders de muziek op de zeer succesvolle Nederlandsche Nijverheids Tentoonsteling, gelegen op het latere terrein van diergaarde Blijdorp. Amsterdam kreeg de Olympische Spelen van 1928 toegewezen. Rotterdam moest ook wat. Er kwamen in ruim vier maanden tijd bijna anderhalf miljoen bezoekers naar de Nenijto. De plaatselijke horeca klaagde over oneerlijke concurrentie en het gebrek aan klandizie, maar de expositie werd desondanks met twee weken verlengd.
Nenijto Midnight Rouders (1928)
BERLIJN
De gebroeders De Vries reisden opnieuw naar Duitsland. Het economische klimaat was er inmiddels een stuk aangenamer en Duitsland produceerde destijds – na de Verenigde Staten – de meeste jazzplaten ter wereld. Louis de Vries werd in januari 1929 adviseur bij de Deutsche Grammophon Gesellschaft. Hij toerde met de orkesten van Marek Weber (Jack voegde zich later bij de band), Julian Fuhs, Dajos Bela en Ben Berlin, de artiestennaam van Herman Bick. Bij het orkest van Ben Berlin speelde Jack op invalbasis, want hij wilde zich bekwamen in de contrabas en nam les bij de heer Geudeke, eerste contrabassist van de Berliner Philharmoniker.
Orkest Ben Berlin (links) en Kapelle Eddy Wallis in Berlijn (1930)
SAVOY
Louis werd gevraagd voor een tournee naar Wenen, Praag en Boedapest met de band van het Londense Savoy Hotel, The Savoy Orpheans, onder leiding van Teddy Sinclair. The Savoy was synoniem voor klasse, luxe en moderne stijl. De jazzrage had ook Duitsland in zijn greep. Berlijn was in de jaren twintig een Mekka van de dans- en jazzmuziek. De metropool beleefde zijn ‘goldenen Zwanziger Jahre’. Op cultureel gebied was Berlijn hoogontwikkeld en toonaangevend. De aanstaande politieke omwenteling zou daaraan op een gruwelijke manier een eind maken.
Louis de Vries and his Royal Orpheans (1931)
ROYAL ORPHEANS
Met voornamelijk buitenlandse musici formeerde Louis het eerste orkest onder zijn eigen naam. Louis de Vries and his Royal Orpheans traden juni 1931 op in het Amsterdamse La Gaîté met een Nederlandse bezetting: Melle Weersma (piano), Jack de Vries (bas), Ben Sider (zang), Eddy Meenk (trompet), Harry Pohl (klarinet en sax) en drummer Lew Galkin. Ook traden zij op in het hotel Riche in Zandvoort (juli – augustus 1931), in het Berlijnse café Wörtz (december 1931) en in het café Siegler in Hamburg (januari – maart 1932). Als gevolg van het sterk veranderende politieke klimaat in Duitsland was er geen plaats meer voor Louis’ internationaal georiënteerde jazzorkest en met een aantal leden van zijn Royal Orpheans voegde hij zich in maart 1932 bij het tango-orkest van Juan Llossas. Begin 1933 is de voormalige zangeres van het orkest van Duke Ellington, Adelaide Hall, de vocaliste van Jack’s band, maar het absolute hoogtepunt van The Internationals vormt de komst in maart 1933 van Louis de Vries naar het orkest van zijn broer. Tuschinski heeft vertrouwen in de groep en in maart en april 1933 spelen zij weer in het Amsterdamse La Gaîté.
The Internationals in Pschorr (1934)
VARA
Volgens Hans Langeweg zijn The Internationals rond die tijd gevraagd om het huisorkest van de VARA-radio te worden. Jack de Vries weigerde dit aanbod omdat hij voorzag dat er op de radio minder plaats was voor jazz en dat amusementsmuziek de boventoon zou voeren. De leiding van de VARA heeft toen met succes The Ramblers voor die klus benaderd. Met ingang van september 1933 was Louis de Vries enkele maanden verbonden aan het Nederlandse orkest The Swantockers. In 1934 speelt Louis weer in het orkest van zijn broer met Nico de Rooij achter de piano. Zij hebben een engagement in hotel Sihlporte in Zürich.
LOUIS EN LOUIS
Louis Armstrong zou 30 november 1934 optreden in de Züricher Tonhalle. Het publiek keek verwachtingsvol uit naar dit historische concert en Louis de Vries stelde alles in het werk om zijn grote voorbeeld te kunnen ontmoeten. De manager van Sihlporte had echter geen begrip voor Louis’ innige wens om voor de wereldster te mogen spelen. Toestemming om er een paar uur tussen uit te knijpen was uitgesloten. Contractuele verplichtingen maakten een rendez-vous tussen de twee trompetgiganten bij voorbaat kansloos. Het treffen waarnaar De Vries zo lang in spanning had uitgekeken, zou niet plaatsvinden. Louis Armstrong was een innemende persoonlijkheid en een professional met een oprechte belangstelling voor het werk van zijn vakgenoten. Hij kende het bestaan van zijn Europese evenknie en hij wist dat Louis de Vries in Zürich optrad. Men kan zich de reactie van het Zwitserse publiek voorstellen toen Louis Armstrong himself op 30 november 1934 in het Grand Café Sihlporte verscheen. Een siddering ging door de zaal. Armstrong en zijn gevolg, met onder andere de saxofonist Castor McCord en de pianist Herman Chittison, werden hartelijk verwelkomd door Jack de Vries, die vervolgens het eerste nummer inzette. Een compositie waarin iedereen soleerde, behalve Louis de Vries. Zijn inbreng bewaarde de band voor het tweede nummer On The Sunny Side of the Street, een stuk dat Armstrong nieuw had uitgebracht op het Brunswick label in oktober 1934. Wat niemand had verwacht, gebeurde toch. De in topvorm verkerende De Vries hield zijn zenuwen niet meer in bedwang, verloor zijn concentratie, kon niet meer fraseren en stortte op het podium figuurlijk in elkaar. Zijn buitengewone techniek liet hem op het hoogtepunt van zijn imposante carrière in de steek. Louis de Vries was de wanhoop nabij. Hij durfde de rest van het concert niet meer te soleren. Na afloop kwam Armstrong het podium op. Hij bedankte de band en sloeg zijn arm om de schouder van De Vries. Hij richtte zich tot het publiek en zei dat Louis de Vries een van de grootste trompettisten ter wereld is. Armstrong voelde zich zeer vereerd dat zijn aanwezigheid zo’n diepe indruk maakte op De Vries. De geroutineerde trompetheld, Armstrong, had ook zijn pr goed voor elkaar.
Louis en Louis in hotel Sihlporte in Zurich (november 1934)
Begin januari 1935 keren The Internationals terug naar Nederland voor een concertreeks in de Haagse dancing Tabaris. Een nog grotere ontmoeting vindt plaats: tenorsaxofonist Coleman Hawkins speelt enkele avonden onbezoldigd mee! De internationale jazzgrootheid werd gezien in zijn tijd als de beste saxofonist ooit. Jazzcriticus Constantin Poustochkine was getuige van de bijzondere gebeurtenis. Hij schreef in De Jazzwereld:
‘Het meest ontroerende, het meest aangrijpende, de meest grootsche openbaring op jazzgebied, die ik tot dusver heb beleefd. Ik zat met tranen in de ogen en kon na afloop, de eerste vijf minuten, bijna geen woord meer zeggen.’
Louis de Vries vertrok in februari 1935 naar Engeland voor een aantal concerten als gastsolist in een variétéshow. Hij maakte daar opnames met de multi-instrumentaliste Valaida Snow en de leden van het orkest van Bert Ambrose. In juni, juli en augustus 1935 speelde Louis in het orkest The Jumping Jacks van zijn stadgenoot Arie Maasland, later bekend als Malando.
NOODLOT
Kort nadat Louis de Vries een contract had getekend voor een anderhalf jaar durende tournee door de Verenigde Staten met het Paramount Orkest raakte hij op 31 augustus 1935 levensgevaarlijk gewond bij een verkeersongeluk in Hattemerbroek. Hij zou vanaf 1 september 1935 optreden in de dancing Huize Astoria in Groningen. Door een aanrijding met een melkwagen werd hij uit zijn auto geslingerd. Zijn gebroken been en ribben waren niet direct dodelijk. Een aantal dagen later overleed Louis de Vries op 5 september 1935 in het R.K. Ziekenhuis in Zwolle aan bloedvergiftiging. Het magazine ‘De Jazzwereld’ sprak van een onherstelbaar verlies.
Jazzwereld in memoriam Louis de Vries
ROUW
Op zondag 8 september 1935 vertrok ’s middags een imposante rouwstoet van het ouderlijk huis van Louis aan de Kruiskade naar de Israëlitische begraafplaats aan het Toepad, in Rotterdam-Kralingen, waar hij om kwart voor drie ter aarde werd besteld. Ten bate van de achtergebleven vrouw, Dora en zoon Ab werd op 22 oktober 1935 een benefietavond gehouden in het Gebouw van Kunsten en Wetenschappen aan de Schiedamsesingel. Optredenden: Bob Scholte, Albert de Booy, Leo Fuld, Miss Kay Carroll, the Hawkcourts (met de broers Jaap en Arie Valkhoff), Mitchel and his Band, The Fabians en Jack de Vries’ Internationals. In het ere-comité hadden zitting: Alex de Haas, Henriëtte (Heintje) Davids, Buziau, de Britse orkestleiders Bert Ambrose, Nat Gonella en Jack Hylton en de Duitse tenor Richard Tauber.
BRONNEN
Archief Hans Langeweg (artikelen DJM)
Archief Roland Vonk
Artikel Meijer de Wolf
Het Vaderland 14 februari 1935, 11 juli 1935 en 9 september 1935
Jazz in Rotterdam, de geschiedenis van een grote stadscultuur (2015)
Leeuwarder Nieuwsblad 3 september 1935
Nieuwsblad van het Noorden 31 augustus 1935
NJA Bulletin nr 29, nr 30, nr 31, nr 32, nr 33 en nr 34 (Herman Openneer)
Hans Zirkzee
Hans Zirkzee
‘mister’ jazz in Rotterdam,
muziekdocent,
saxofonist,
concertorganisator,
schrijver, jazz-historicus,
auteur van Jazz in Rotterdam
(de geschiedenis van een grotestadscultuur),
winnaar Dutilh-Prijs 2016
OVER R†JAM
Stichting Rotterdam Jazz Artists Memorial