Swingen verboden en gestopt met jazz

BIOGRAFIE

swingen 589

door Hans Zirkzee

Auteur van het boek Jazz in Rotterdam, Hans Zirkzee interviewde en schreef over talloze personen (vooral jazzmuzikanten) die een band met Rotterdam hebben of hadden.
Deze biografie gaat over drie muzikanten die niet de geschiedenis zijn ingegaan als jazzgrootheden uit Rotterdam. Zij staan synoniem voor het naoorlogse muziekleven waar met jazzmuziek geen droog brood te verdienen viel. Ten minste in Nederland.

Martinus ‘Martin’ Rijken

(Rotterdam, 17 februari 1919)

Klaas Terluin

(Rotterdam, 2 februari 1925)

Nelis van Veelen

(Rotterdam, 11 januari 1926 - Rotterdam, 21 januari 2016)

"De overheid zette een omvangrijk beschavingsoffensief in........
Swingen werd ten strengste verboden. De losgeslagen jeugd moest weer in het gareel en diende lid te worden van de oude, verzuilde jongerenorganisaties."

Gestopt met jazz
Nelis van Veelen, Klaas Terluin en Martin Rijken zijn niet de geschiedenis ingegaan als jazzgrootheden uit Rotterdam. Zij staan synoniem voor het naoorlogse muziekleven waar met jazzmuziek geen droog brood te verdienen viel. Ten minste in Nederland. De bekende Nederlandse jazzbands gingen met de geallieerden mee naar Duitsland, Frankrijk of Oostenrijk waar zij jarenlang een goed inkomen hadden. Met dansmuziek en met jazz.

swingen 589
Het is niet te geloven, maar het staat er echt. Swingen is verboden!

GENIETEN VAN JAZZ NA DE BEVRIJDING??
In weerwil van de opvatting dat men in de jaren kort na de bevrijding volop kon genieten van buitenlandse bigbands en jazzmuziek, is juist het tegenovergestelde het geval. Iets wat de nazi’s tijdens de bezetting niet lukte, ging de Nederlandse overheid een stuk makkelijker af: een jazzverbod. De criminaliteit en het heersende anarchisme – typerend voor het laatste oorlogsjaar – werden keihard de kop ingedrukt. De overheid zette een omvangrijk beschavingsoffensief in. De zogenaamde Ereraden moesten verschillende bedrijfstakken van collaborateurs en NSB’ers zuiveren. Swingen werd ten strengste verboden. De losgeslagen jeugd moest weer in het gareel en diende lid te worden van de oude, verzuilde jongerenorganisaties. Het gesproken woord en vrolijke accordeonmuziek verdrongen jazz op de radio, die zelf bijna ten onder ging aan een heftige richtingenstrijd tussen de opkomende Bebop en de Oude Stijl. De hoge weeldebelasting maakte platen, muziekinstrumenten en geluidsapparatuur vrijwel onbetaalbaar. Buitenlandse valuta waren schaars en er werd zelfs geloot om op vakantie te mogen. Het welvaartsniveau was gekelderd. Uitgaan in groepsverband vormde het alternatief tijdens de wederopbouw. Van aquariumhouders tot zweminstructeurs, elke maatschappelijke club kende wel een bloeiende vereniging. De talrijke organisaties presenteerden zich in Gebouw Odeon, Palace, de Rivièrahal en dancing Parkzicht, niet geheel toevallig de meest populaire podia tijdens de tweede wereldoorlog. Het avondvullende programma met acrobaten, acteurs, vocalisten,  komieken en illusionisten werd steevast afgesloten met een enthousiast dansorkest en niet met jazz.

Rijken, Martin duo coll RV-ps
Rijken Martin duo (collectie Roland Vonk)

STERRENPARADE
Martinus ‘Martin’ Rijken
(Rotterdam, 17 februari 1919) organiseerde met zijn bureau talrijke verenigingsavonden in Rotterdam. Zijn ouders stuurden hem op achtjarige leeftijd naar het (particuliere) conservatorium waar hij negen jaar later het staatsdiploma behaalde. Al op zijn veertiende organiseerde hij variétévoorstellingen in o.a. de legendarische Dancing Lybelle. Martins’ vader sloot de contracten af. De minderjarige Martin had de artistieke leiding. Hij behaalde ook de diploma’s dirigent en braillemuziekschrift. Hij had veel succes met zijn ‘Sterrenparade’, een potpourri van populaire melodieën voor accordeon. Een muzikaal hoogtepunt vormde een ‘stunt’ aan twee vleugels waarmee hij in 1938 begon.

ANDRÉ VAN DUIN
Martin Rijken wordt door vakbroeders meer als een enthousiaste entertainer en een handige organisator dan als een goede pianist herinnerd. Dit ondanks het feit dat hij al voor de oorlog piano- en accordeonles gaf. Zijn linkerhand was niet zo sterk en zijn gevoel voor akkoorden ook niet zo ontwikkeld, maar hij kon mensen amuseren. Kort na de oorlog trad hij op met zanger/conferencier Fred Fagel, die een eigen theaterbureau had. Na onenigheid besloot Fred om verder te gaan met de talentvollere pianist Cas Oosthoek. Dat zal ergens rond 1947, 1948 geweest zijn. Naar verluidt een beetje uit nijd is Martin Rijken toen zijn eigen theaterbureau begonnen. Met succes. Hij was ook een van de eersten die met André van Duin werkte.’ (Roland Vonk)

Veelen, Nelis van (4)
The Ballroom Aces (1953-1970). Min of meer voortzetting van Van Nelle’s bedrijfsorkest met Herman v.d. Wolt (acc, leider), Nico Ouwersloot (p), Aad v.d. Syde (sax, klar), Piet Veen (tmp), Klaas Terluin (b) en drummer Nelis van Veelen (collectie Roland Vonk).

ZWART HAAR
Klaas Terluin
(Rotterdam, 2 februari 1925) was na de oorlog actief als contrabassist in de orkesten van Martin Rijken en Jan Vlietstra (1945-1946). Terluin ziet zichzelf meer als een dansorkestmusicus dan als een jazzmuzikant. Hij speelde in het Holbeinhuis, in Hotel Atlanta en in De Gastronoom. Van Martin Rijken weet hij te vertellen dat die zijn tijd vooruit was, mede omdat hij zijn haar zwart verfde: ‘Als hij zat te zweten liep het zwart in zijn nek over zijn smoking.’ Klaas zag kort na de oorlog een Canadees (militair) dansorkest dat in de Blauwe Zaal van het Beursgebouw optrad en dat was dan ook de enige buitenlandse band. Hij herinnert zich de fameuze pianist Dick Willebrandts en ‘De Doofpot’, de kroeg van Mitsey Smeekens en Willem Houtman. Alle bekende artiesten gingen na hun voorstelling naar De Doofpot. ‘Mitsey had altijd ruzie met haar man.’ Klaas woonde tijdens het Bombardement in de Kromme Wiekstraat.

FAAS WILKES
Hij speelde tijdens de Hongerwinter in een Hawaiianbandje, clandestien in een kelder bij de wereldberoemde voetballer Faas Wilkes. ‘Dat was best wel link, want ik liep met mijn bas over straat.’ Klaas had in 1942 met een stel vrienden een bandje opgericht. Hij speelde met een gitarist en een pianist thuis op ‘een hele ouwe Tsjechische contrabas die toen maar liefst 1400 gulden kostte. Hij kreeg les van zijn vader en een conservatoriumleraar van wie hij de naam is vergeten. Klaas speelde stiekem Amerikaanse nummers bij de zwarthandelaren, die woonden in de herenhuizen aan de Noordsingel. Hij kreeg uitbetaald met voedsel. ‘De oorlogstijd was mazzel hebben,’ zegt hij. Klaas werd in zijn lende geschoten, maar niet dodelijk getroffen, omdat hij vanwege zijn slechte rug een korset droeg. In het Bergwegziekenhuis waarschuwde de nachtzuster hem tijdig voor een op handen zijnde nachtelijke razzia. Klaas verschool zich in het ketelhuis. Hij zat samen met zijn vader, aanvankelijk zonder het van elkaar te weten, bij de ondergrondse. Zijn vader werkte bij het abattoir waar zij zich op de zolder konden verschuilen. Klaas was monteur bij de Van Nelle fabriek. Daardoor had de familie thee en koffie waarmee menig Duitse soldaat werd misleid. We tapten illegaal stroom af van een naast gelegen krotenkoker. ‘Wij rookten niet en we hebben nooit krimp gehad in de oorlog.’ (tel. Interview 17 juli 2009).

Veelen, Nelis van (21)-ps
Nelis van Veelen (Collectie Roland Vonk)

TAMBOER
Nelis van Veelen
(Rotterdam, 11 januari 1926 – Rotterdam, 21 januari 2016) begon op twaalfjarige leeftijd als tamboer in de socialistische jeugdbeweging. Vervolgens nam hij mandolineles bij de muziekwinkel Gantevoort aan het Oostplein. Daarna speelde hij slagwerk bij de accordeonvereniging Kunst en Vermaak. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ging hij op de schnabbeltoer om wat bij te verdienen, maar ‘het was wel oppassen in die tijd.’ Na de bevrijding speelde hij avond aan avond op de straatfeesten in Kralingen met een trio bestaande uit trompettist Ben van Dijk, accordeonist Kees Loendersloot en Nelis zelf op drums. Daarna werkte hij als invaller bij onder andere The Three Jacksons, het orkest Jack Mekes en het trio van Frans van Efferen.

DRUMMEN IN DE RIMBOE
In 1946 werd hij opgeroepen voor de militaire dienst bij het regiment Stoottroepen. Hij kwam terecht bij het Korps Tamboers en Hoornblazers en hij vervulde zijn dienstplicht in Nederlands-Indië. Nelis nam, hoe vreemd het ook klinkt, zijn drumstel mee. Al tijdens de reis met het troepentransportschip De Volendam begon hij een cabaretgroep, die later het amusement verzorgde voor de soldaten in de buitenposten in de rimboe. Hij drumde bij het orkest De Raebellen en hij verzorgde teksten en liedjes voor de cabaretgroep Hartstikke Baik (Goed in Maleis). Tijdens de drie tropenjaren leerde hij gitaar en trompet spelen en sketches schrijven. Terug in Nederland werkte hij tijdens het bloeiende verenigingsleven van de jaren vijftig bij de (jazzy) amusementsorkesten The Rhythm Mixers, The Ballroom Aces en zijn eigen band: The Rhythm Syncopators. Nelis werd vooral bekend door de Nederlandstalige liedjes, die hij maakte voor onder anderen Johnny Hoes, Willem Duyn, Henk Numeijer en Arie Ribbens. Het liedjes schrijven zat hem in het bloed. Zijn meest succesvolle song was de carnavalskraker Als de Euromast in de Tunnel past.

BRONNEN
Archief Roland Vonk
Muziek, 8 oktober 1946
Jazz in Rotterdam, de geschiedenis van een grote stadscultuur (2015) door Hans Zirkzee
Symphony & Swing
, oktober 1946

Hans Zirkzee
Hans Zirkzee

Hans Zirkzee
‘mister’ jazz in Rotterdam,
muziekdocent,
saxofonist,
concertorganisator,
schrijver, jazz-historicus,
auteur van Jazz in Rotterdam
(de geschiedenis van een grotestadscultuur),
winnaar Dutilh-Prijs 2016

OVER R†JAM
Stichting Rotterdam Jazz Artists Memorial