To the max met orkestleider Max Weller
BIOGRAFIE
door Hans Zirkzee
Auteur van het boek Jazz in Rotterdam, Hans Zirkzee interviewde en schreef over talloze jazzmuzikanten die een band met Rotterdam hebben of hadden. Musici die veel reizen en mensen ontmoeten hebben vaak mooie en interessante verhalen te vertellen.
Deze biografie werd deels gepubliceerd in Jazz in Rotterdam en werd aangevuld met later beschikbaar gekomen informatie.
Friedrich ‘Max’ Weller
(Rotterdam, 20 januari 1911 - Rotterdam, 28 februari 1975)
".......de musici vluchtten via het dak. Hierna werd nog weinig meer van de Noise-mongers vernomen."
Friedrich ‘Max’ Weller (Rotterdam, 20 januari 1911 – 28 februari 1975)
Max Weller stamt uit een groot gezin van maar liefst 15 kinderen. Zijn vader was Friedrich Heinrich Weller (16 februari 1881), een Duitse immigrant geboren in Frankfurt am Main, die op 6 januari 1909 trouwde met Adriana Wilhelmina van Laack uit Nieuwerkerk aan de IJssel. Het paar vestigde zich aan de Prins Hendrikstraat 15 op het Noordereiland.
ADVERTENTIE
De ambitieuze Max Weller plaatste in juni 1932 een advertentie in De Jazzwereld waarin hij musici zocht voor een op te richten jazzband. Max speelt zelf geen instrument. Hij ziet zich meer als de orkestleider en master of ceremonies. Aanvankelijk krijgt hij weinig respons, maar een aantal musici van The Tooping Tooters stapt over naar de band van Weller. In het voorjaar van 1934 heeft hij de musici bij elkaar. In 1937 is de band uitgegroeid tot een 12 persoons dans- en showband. Het (amateur)orkest wordt goed genoeg gevonden om het 5-jarig jubileum van de Internationals van Jack de Vries met gasten Johnny Fresco, Sam Nijveen en Dick Willebrandts op te luisteren.
Max Weller’s Noise-mongers met André de Hartog, Frans Maltha (tmp), ? Maaskant (slw), Sander Cohen, Fré Coolsma (tmp), Bob Tobs (cb), Max Weller, Jan van den Broek (as), Wim Siep (p), Ot Montagne (as, klar), Jan Straatman (ts, git). Joop Dirker verving Maaskant. Later uitgebreid met Jan Niehorster (git).
NOISE-MONGERS
Max Wellers’ Noise-mongers groeide uit tot een veel spelend dansorkest dat optredens verzorgde in de Diergaarde sociëteit, Gebouw Palace, Dancing Lybelle en de Rotterdamse dansscholen, zoals Maison de Kok, Van Beek, Meuniers Frères en Meyer et Fils. In Lybelle viert de band op 30 januari 1939 het vijfjarig jubileum. In juli 1940 wint de band de eerste prijs in een wedstrijd voor amateurjazzbands in Plaats Lommerrijk, gelegen in het toen nog onafhankelijke dorp Hillegersberg. De Noise-mongers spelen met geleende instrumenten. Hun eigen instrumentarium was bij het bombardement van Rotterdam compleet verloren gegaan. Toen zij tijdens de bezetting Gebouw Odeon aan het swingen kregen en ook nog het lef hadden om het Wilhelmus te spelen, werd de zaal door de politie ontruimd. De musici vluchtten via het dak. Hierna werd nog weinig meer van de Noise-mongers vernomen.
Joop Dirker en Jan Straatman (sax)
PUUR JAZZ
Uit het orkest van Max Weller ontstaat een trio dat zich puur op jazz toelegt met Jan Straatman, ‘een kei van een tenorsaxofonist.’ Omstreeks 1937-’38 nam hij de muzikale leiding van de Noise-mongers over. Na de oorlog is hij de grote man van de Swing Squads, een trio met Henk Lagendaal (p) en Dick Rijnooy (slw).
.
BRONNEN
Archief Hans Langeweg
Doctor Jazz Magazine 90
Gezinskaarten GAR
Jazz in Rotterdam, de geschiedenis van een grote stadscultuur (2015)
Hans Zirkzee
Hans Zirkzee
‘mister’ jazz in Rotterdam,
muziekdocent,
saxofonist,
concertorganisator,
schrijver, jazz-historicus,
auteur van Jazz in Rotterdam
(de geschiedenis van een grotestadscultuur),
winnaar Dutilh-Prijs 2016
OVER R†JAM
Stichting Rotterdam Jazz Artists Memorial