Willem Langstraat stedelijke uitbater
BIOGRAFIE
door Hans Zirkzee
Auteur van het boek Jazz in Rotterdam, Hans Zirkzee interviewde en schreef over talloze jazzmuzikanten die een band met Rotterdam hebben of hadden. Musici die veel reizen en mensen ontmoeten hebben vaak mooie en interessante verhalen te vertellen.
Deze biografie werd deels gepubliceerd in Jazz in Rotterdam en werd aangevuld met later beschikbaar gekomen informatie.
FOTO
Koos vd Sluis, Tony Viola, ?, Willem Langstraat in Melief Bender.
Willem Langstraat
(Rotterdam, 13 september 1932 - Rotterdam, 30 mei 2018)
‘Het maakt niet uit dat je vals speelt, maar houdt gvd dat tempo bij!’
Willem Langstraat, contrabas, gitaar en zang.
Exploitant van o.a. De Fles, De Wieck en Melief Bender.
Willem Langstraat werd op zijn 16e aangenomen als chasseur (ritselaar) in hotel Atlanta aan de Coolsingel. Hij begon na kortstondige klussen in Scheffers, Ruteck’s, Kota-Radja, Old Dutch en restaurant De Beurs zijn eigen café De Fles, de voormalige Claridge Bar aan de ’s Gravendijkwal. Hij richtte tijdens zijn militaire dienst in kamp Witteberg The White Mountain Jazzband op met onder anderen Jan Mulder (as) en de Rotterdamse pianist Bob Marges. Na zes jaar De Fles kocht hij zich in bij De Wieck van Ab de Molenaar, leider van de populaire softjazzband The Millers. Na het aflopen van het huurcontract van De Wieck begon Willem de sjieke Club Number One in de Berenkuil. Ondanks de moderne inrichting en concerten van onder meer Frans Poptie liep de club voor geen meter. Langstraat kon door de bemiddeling van de zakenman Willem Hoofdman in 1973 Melief Bender aan de Oude Binnenweg overnemen. Met een goede pr, horecastunts en jazzmuziek op de zondagmiddag lukte het hem de kroeg op de kaart te zetten.
Foto: Willem Langstraat en Willem Koopmans
Willem Langstraat uit ’t Staartje van de Fles onnavolgbaar beschreven door Frans Vogel:
Hier izzy dan: Willem P. Langstraat, H Fondateur van het beroemde, naderhand beruchte café De Fles, Op de foto in dit boek nog met Anna op background. Als het ware carefool door haar in toom gehouden. En met bullterrier Whisky, evenals rasgenoot James niet te verwarren met het ándere soort hot dog dat De Fles kende. W. liet toen zijn baard staan, pardon: hangen. Zoals vlg. een met portret-foto’s gelardeerde pagina Q in het AD van januari ’60 de trend was in bepaalde kringen (van Theo van der Vaart, Nico H. van Bekkum, Hans Donker Curtius, Piet ‘Antiek’ Koster, Klaas Haasnoot, Jan van den Broek en Dick Bos). Hans Verhagen-caption: ‘Willem Langstraat, 27 jaar. Rotterdammer. Deze baarddrager is caféhouder-antiquair. Hij cultiveert sedert 2½ jaar deze artistieke baard. ‘Ik heb er geen naam voor’ zegt hij.” Waar W. naderhand trouwens méde geen naam voor heeft, lezen we in de HP van 17.11.62: “Ik heb genoeg van al de ellende die De Fles me de laatste tijd bezorgt. Elke dag ouders aan de telefoon: Wat is het toch bij u, dat mijn dochter of mijn zoon niet thuis wil blijven? Ze mogen komen kijken en ik vraag me af waarom De Fles nooit eens van een andere kant bekeken wordt dan van de negatieve: er wordt geschaakt, gedamd, geëxposeerd, gediscussieerd enz.” Al die discussies ten spijt / raakt Willem zijn Fles Q8. Na zo’n ½ dozijn jaren ûiterst succesvol te hebben gedraaid. Met bv. in 1961 (naar een quote van W. zelf in HVV van 11. 12.62) “de grootste bieromzet van alle Rotterdamse zaken: ongeveer 70.000 liter.” Geen nood echter! W. is immers nog altijd (vlg. de HP van 17.11.62)’ ’tevens gesoigneerd bezitter van nachtclub De Wieck“? Inderdd: aanvankelijk samen met Ab de Molenaar, Suzy Möller, Coen van Nassau, Herman Schoonderwalt, Eddy Doorenbos en Cees See, naderhand met alleen Ab de Molenaar samen. Befaamd barkeeper die tijd: René (Rinus) van de Made. Opvallend fenomeen onder de talloze habitué(e)’s al die nachten lang: Janine Wegman, met handen (als kolenschoppen) & voeten (als baggerschuiten) de danskunst beoefenend. Tot lachkick van b.v. Max Ruizenaar. Evergreen-repertoire: o.a. Honey Suckie Rose, Blue Skies en tegen sluitingstijd As times goes by. Totdat W. concludeert, dat men (m/v) daar op ingedut & uitgeluisterd is. En hij de programmerings-switch maakt naar: Pia Beek, José Marcello, het orkest Denise Langelier en het Diana Miller Trio. Om vervolgens intercontinentaal over te stappen op Beatlemuziek, weldra live geïnterpreteerd door Bram Box en The Swinging Soul Machine (uit Rotterdam), de laatste formatie destijds o.l.v. tenor-saxofonist Henk Smol en vlg. Punt Uit van april/juni ’87 in overwegend nieuwe bezetting & veel meer up-tempo spelend weer volop in de aanbieding, o.m. op Zuid tijdens PIZ-Festival van SKVR. De maandagavond in De Wieck blijft gereserveerd voor jazz & (op randje dansvloer) poetry bij monde van o.a. Ouwe Rot(terdammer?) Jaap v.d.Merwe en (toenmalig) Absolute Beginner Jules Deelder. Ondertussen staat Jantje van Oostendorp in toneel-outfit met puntmuts als portier bij soort Wieck-dépendance café ’t Kaboutertje a/d Schiedamsedijk en heeft W., samen met vriendin Wieza & Tineke (vrouw van Ted) Troost, 66k nog iets van doen met, de naam zeg ’t al: café De Puinhoop op ’t Noordplein. We schrijven inmiddels de tijd van de Roger Vadim/jane Fonda-film BARBARELLA. Mooie nieuwe naam voor De Wieck? “Ho!”, zegt Cinerama-directeur (ome)George. Dus wordt ’t Space Club. Met computer die een fantastisch sterrenfirmament tegen ’t plafond projecteert. Wat weergaloze flop wordt: voor ettelijke tonnen de Maas in gepleurd. Ab de Molenaar maakt derhalve de pleitvaart. En W., met pand-eigenaar AZR in onteigeningsprocedure gewikkeld, begint alvast Club Number One, onder in de Berenkuil a/d Lijnbaan, door Hans v.d. Schans, “zijn tijd ver vooruit”, ingericht tot “één van de mooiste zaken in Nederland”. Maar Zie: W. verliest AZR-proces. En en passant blijkt Number One eveneens daverend echec: wederom voor ettelijke tonnen etc. W. kuiert dus allerwegen & zienderogen af op gigantische déconfiture. Nochtans springen Teun & Willem van Rij (van de ‘Stoven‘) hem bij als nieuwe compagnons van de nightclub VOOM-VOOM, onder in de Berenkuil a/d Lijnbaan (!). Begin van vette jaren. Mede door toedoen van dec-jee parexcellence Alex (neef van Ger ‘Sax’) van Voorden & troubadour Peter Blanker. Ja, we zitten nu al ergens in ’74. Onze koorddansende entrepreneur maakt dat jaar zijn entree in café Melief-Bender ald Oude Binnenweg (Jan Oudenaarden & schrijver dezes zien ‘m nog binnenkomen), om daar als managing director het horeca-heft over te nemen van Gompie (die ’t weer had overgenomen van Jules Zeegers uit de tijd van De Fles!). Reorganisaties ter bevordering van gesmeerde cash flow: (1) computertoestand met drank & automatisch Ouffet weg; (2) nieuwe aankleding van de zaak; (3) regelmatige publiciteitsstunts op copy-basis van schrijver dezes; (4) al even regelmatige live optredens van (the name of te game is the fame of the name) Eddy Doorenbos, Wim Koopmans, Tony Viola, Harry Verbeeke, Tata Mirando, James Long, Paul & Dave, Herman & Mitsey Smeekes alsmede Dec (in harmonie met Jack) Daniels; (5) rekrutering tenslotte van jonge & integere medewerkers, o.w. nog steeds bij henimus op de pay-roll: Cor (geen familie van Rob) Roggeveen, Wijnand Doolhof, Leen Batenburg, Karel (geen van familie van fotograaf Peter) Martens, Willem Renirie en last but not least Steve ‘Melief Hallett. Zeg nou zelf: met z’n allen toch niet nix voor een man, als piepjong chasseur bij Atlanta begonnen? De slogan op ’t wikkeltje van zijn Dinteloordsuikertabletten, zijn Olpha Match-luciferdoosjes en zijn Gramo-kassabonnen is hem dan ook (door wie, denk ‘ie?) op het sharp geklede postuur geschreven: “MELIEFJE IK BENDER/ BIJ MELIEFBENDER”, Oude Binnenweg 134, telefoon 4145456. (vragen naar sponsor Coen Flinck!)
Foto: De Fles en de Miranda’s
DE FLES
Via de voetgangerstunnel kon je van Zuid naar café De Fles op de ’s Gravendijkwal, een tumultueuze kroeg in het Rotterdam van het einde van de jaren vijftig. De hang-out voor artistiekelingen, schakers, studenten, bohemiens en onaantastbaar mooie vrouwen werd vanaf juli 1957 gerund door Willem Langstraat, zijn vrouw Anna Vingerhoets en barkeeper Theo van der Vaart. De voormalige Claridge Bar was naar de geest van de tijd in Franse stijl ingericht met visnetten aan het plafond en brandende kaarsen op de tafels. Langstraat pachtte de zaak voor honderddrieëntwintig gulden per week. Aan de muur hing een mini-jukebox waaruit zeer progressieve West Coast-jazz schalde. Er waren geen officiële optredens. Af en toe speelden de Miranda’s er, een hotclubachtig gezelschap dat weleens een biertje kwam drinken na hun optreden in de stad. Gerard Cox, Jaap van der Merwe en Jop Pannekoek zongen en bespeelden hun gitaar. Langstraat was ook nog in dienst als chef de rang bij het Beursrestaurant en verdeelde zijn tijd tussen de Coolsingel en De Fles. Tot dat niet langer meer ging. De Fles was een ‘constant hit’, zoals Langstraat het noemde. Het was zo vol, je kon je helemaal niet meer bewegen. Beeldhouwer Ru de Gier kwam er, dus de jongens en meisjes van de kunstacademie kwamen er. De HBS van de ’s Gravendijkwal kwam er, want het was een verlofzaak zonder sterke drank en toegankelijk voor zestienjarigen. De Zeevaartschool kwam er. De Economische Hoge School. De Belastingacademie. De kroeg was te klein. Angstige ouders klaagden bij de politie dat hun kinderen door het frequente bezoek aan De Fles met morele en zedelijke ondergang werden bedreigd en niet meer naar school gingen. Kon Langstraat daar iets aan doen? Langstraat voerde een liberaal beleid dat niet alleen tot de grootste bieromzet van Rotterdam leidde (die niemand ooit controleerde), maar ook conflicten met de stedelijke overheid veroorzaakte. Wars van de bekrompen truttigheid van de jaren vijftig vond ‘de moderne jeugd’ in De Fles een vrijplaats waar gediscussieerd kon worden over kunst en moderne poëzie en soms rookte iemand stiekem op het toilet een marihuanasigaretje. Langstraat kreeg ‘Bijzondere Wetten’ en ‘de Narcotica’ over de vloer. De Fles lag onder het vergrootglas van de Hermandad. Na een ‘diepgaand onderzoek’ door de afdelingen zeden- en kinderpolitie, bijzondere wetten en de recherche van het Rotterdamse politiekorps werd De Fles op last van burgemeester Van Walsum op basis van – juridisch gezien – ongefundeerde beschuldigingen vanaf half december 1962 voor vier weken gesloten. ‘Er werden vanuit het café regelmatig feestjes georganiseerd bij particulieren thuis en de vorm van exploitatie van De Fles was volgens de politie zodanig, dat dit een gevaar voor minderjarige meisjes inhield,’ stond in Het Vrije Volk van 11 december 1962. Men hoopte desondanks dat de ‘Flessenjeugd’ niet de kans zou krijgen thans in andere cafés een soort Fles te maken. Langstraat trok zijn aangekondigde beroep in, want de gemeente zou hem toch op de hielen blijven zitten. Hij hield de eer aan zichzelf en focuste zich op nachtclub De Wieck aan de Westblaak, waarvan hij sinds juni 1961 voor eenenvijftig procent eigenaar was. De vader van Anna, Tom Vingerhoets, nam het café over en heropende de zaak onder de naam Miramar. Het was het einde van De Fles.
Foto: The Millers in de Wieck 1 juli 1963 met Paul Ruys (piano), Suzy Möller (zang), Ab de Molenaar jr. (drums), Willem Langstraat (contrabas) en Piet Noordijk.
DE WIECK
De Wieck aan de Westblaak was populair bij het Rotterdamse publiek, maar zakelijk waren de Millers allerminst. Hun niet geringe drankgebruik was daaraan debet. Op 9 september 1959 vierden de Millers er nog hun twintigjarig bestaan. De betalingsachterstand groeide en De Wieck moest in mei 1961 sluiten. De Millers waren geen partners meer. Met Willem Langstraat als compagnon heropende Ab de Molenaar op 28 juni 1961 de nachtclub. Langstraat begon in september 1961 met een reeks concerten van vooraanstaande Nederlandse jazzmusici. Het Atlantic Quintet vierde er op 21 september 1961 hun twaalfeneenhalf jarig bestaan, maar na ruim een jaar daalde de belangstelling. Om kosten te besparen nam Langstraat zelf de bas ter hand, hetgeen hem avond op avond pijnlijke vingers opleverde. Piet Noordijk wierp hem toe: ‘Het maakt niet uit dat je vals speelt, maar houdt gvd dat tempo bij!’ Ook het vaste en brave repertoire van de Millers viel niet langer in de smaak van het publiek. Met cabaret van onder andere Jaap van der Merwe en moderne jazz trachtte Langstraat tevergeefs het tij te keren. Impresario Lou van Rees adviseerde hem eens naar The Beatles te luisteren. ‘Drie gitaren en een trommeltje is niets voor een nachtclub,’ vond Langstraat. Nadat Van Rees een scherp prijsje maakte voor de gitaarband The Spitfires, ging hij overstag. De eerste week was vol. De tweede week stond het publiek buiten in de rij. Hij kon entree gaan heffen. De fans van de Millers bleven weg. Er kwam een ander publiek in De Wieck. In mei 1968 kreeg de pachter, Heineken b.v., een brief van de eigenaar van het pand. Het Algemeen Ziekenfonds Rotterdam zou het huurcontract van tien jaar niet verlengen. Langstraat en De Molenaar, die de Wieck nog hadden omgetoverd tot de discobar The Spaceclub, moesten de boel leeg opleveren en konden naar hun investering fluiten.
Foto: Koos vd Sluis, Tony Viola, ?, Willem Langstraat in Melief Bender.
MELIEF BENDER OP DE OUDE BINNENWEG
Sinds begin 1980 organiseerde Melief Bender aan de 1e Middellandstraat jazzconcerten op de zondagmiddag. De programmering was in handen van Barend Petersen. Hij boekte het jonge talent Arie Kuit en de Amerikaanse saxofonist Mark Lewis. Volgens hem was er geen plaats voor ‘piep-knor-muziek’. Het moest wel leuk blijven. Een groot succes was de concertserie niet. Melief Bender op de Oude Binnenweg zat op zondagmiddag wel vol. Willem Langstraat, de oud-exploitant van De Fles, De Wieck en de One’s Club op de Lijnbaan, had de zaak van mevrouw Melief van Run in 1973 overgenomen. Met stunts, zoals haringfeesten, pyjamaparty’s en ‘After Football Jazz’ had Langstraat een vast publiek gecreëerd. Willem Koopmans, Eddy Doorenbos, Arie Verhoef, Koos van der Sluis, Henk Arts en Tony Viola speelden op basis van een onkostenvergoeding in de oudste kroeg van Rotterdam, waar op zondagmiddag nog steeds jazzorkesten worden geboekt.
BRONNEN
40 jaar Old Dutch
Het Bierblad februari 1992
Interview 25 mei 2011
Jazz in Rotterdam, de geschiedenis van een grote stadscultuur (2015) door Hans Zirkzee
‘t Staartje van de Fles door Frans Vogel
Hans Zirkzee
Hans Zirkzee
‘mister’ jazz in Rotterdam,
muziekdocent,
saxofonist,
concertorganisator,
schrijver, jazz-historicus,
auteur van Jazz in Rotterdam
(de geschiedenis van een grotestadscultuur),
winnaar Dutilh-Prijs 2016
OVER R†JAM
Stichting Rotterdam Jazz Artists Memorial